Les 1

Lesprogramma
1. huidige stand van zaken omtrent nakijkwerk
- leesdossiers
- toets woordbenoemen

2. leesdossieropdracht 2
- personages
- tafelgesprekken

3. nieuw onderwerp: spelling (voor een cijfer)
1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Lesprogramma
1. huidige stand van zaken omtrent nakijkwerk
- leesdossiers
- toets woordbenoemen

2. leesdossieropdracht 2
- personages
- tafelgesprekken

3. nieuw onderwerp: spelling (voor een cijfer)

Slide 1 - Slide

leesdossieropdracht 2
- personages analyseren (blok 3)
- boek lezen
- i.p.v. een verslag schrijven, presenteer je jouw analyse in een groepje
- het groepje beoordeelt jouw presentatie

Presentatie vindt plaats op vrijdag 20 januari.

Slide 2 - Slide

spelling
blok 1 t/m 5
alle onderwerpen, behalve de werkwoordspelling

We werken in de online methode! (dus laptops mee...)


meervoudsvormen
verkleinwoorden
apostrof
trema
koppelteken
komma
aanhalingstekens
los of aaneenschrijven
samenstellingen
puntkomma
accenttekens
dubbele punt

Slide 3 - Slide

Een inkomertje...
(opdracht 3 van blz. 25)

Kies de juiste spelling van de 'verwarwoorden'

Slide 4 - Slide

Een cactus/kaktus hoef je maar heel af en toe water te geven
A
cactus
B
kaktus

Slide 5 - Quiz

De kat moest weg, omdat de baby allergisch bleek voor stofmeit/stofmijt.
A
stofmeit
B
stofmijt

Slide 6 - Quiz

Zijn ouders zijn drie jaar langer getrouwd dan die van jou/jouw.
A
jou
B
jouw

Slide 7 - Quiz

Als je stamppot maakt van andijvie, eet je de groente rauw/rouw
A
rauw
B
rouw

Slide 8 - Quiz

Volgens de dierenarts is onze oude hond nog hardstikke/hartstikke gezond.
A
hardstikke
B
hartstikke

Slide 9 - Quiz

Mariel maakt 's zomers graag in haar eendje/eentje een lange wandeling.
A
eendje
B
eentje

Slide 10 - Quiz

In het Afrikaanse land was een schreinend/schrijnend tekort aan goede artsen.
A
schreinend
B
schrijnend

Slide 11 - Quiz

Tijdens de vergadering legde de voorzitter zijn eis/ijs voor verandering op tafel.
A
eis
B
ijs

Slide 12 - Quiz

bonusronde!

Kies de juiste spelling...
A
... om 9 uur s' ochtends.
B
... om 9 uur 's ochtends.

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
babys
B
baby's

Slide 14 - Quiz

Wat is de juiste spelling?
A
cowboys
B
cowboy's

Slide 15 - Quiz


A
verassing
B
verrassing

Slide 16 - Quiz


A
interview
B
intervieuw

Slide 17 - Quiz

Dat meisje heeft heel stijl/steil haar.
A
stijl
B
steil

Slide 18 - Quiz

Zelf aan de slag!
Maak opdr. 2.9 t/m 2.11 uit je online methode.

(blok 2, spelling, opdr. 9 t/m 11)
(meervoud en verkleinwoorden, apostrof, trema)

Slide 19 - Slide