This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Examentraining 2018-1
Tekst 3 en 4
Slide 1 - Slide
Kijk naar de titel: wat valt je op? Wat voor soort tekst verwacht je, welke informatie verwacht je?
Slide 2 - Open question
Lees tekst 3 secuur en onderstreep signaalwoorden en andere opvallende zaken (standpunt, argumenten, twee redenen waarom het sociaal leenstelsel beter is)
Slide 3 - Slide
Vraag 25: Welke twee hoofdargumenten voor het sociale leenstelsel worden gegeven in alinea's 5 en 6? Formuleer in volledige zinnen (geen citaten).
Slide 4 - Open question
Vraag 26: Waarom past de inhoud van alinea 7 niet in de opsomming van argumenten voor het sociale leenstelsel? De inhoud van alinea 7 is geen argument, omdat
A
het argument zowel geldt voor het sociale leenstelsel als voor het oude systeem.
B
het feit dat de overheid nog altijd het grootste deel van het onderwijs betaalt, niets te maken heeft met het begrip 'sociaal'.
C
het veeleer een verwijt is aan de auteurs van het artikel waarop tekst 3 reageert
D
uit de toelichting in alinea 7 blijkt dat er onvoldoende onderbouwing is voor de bewering die in de voorafgaande alinea gedaan werd.
Slide 5 - Quiz
overkoepelende vragen bij tekst 2 en 3 Vraag 27: citeer (!) het zinsgedeelte (!) uit tekst 2 waarin de reactie staat op een vergelijkbare uitspraak.
Slide 6 - Open question
Vraag 28: Tekst 2 geeft negatieve kanten van het sociaal leenstelsel, maar in tekst 3 wordt ook een positieve kant gezien aan het moeten opbouwen van een schuld voor een studie. Welke positieve kant is dat?
Slide 7 - Open question
Slide 8 - Slide
Kijk nog eens naar tekst 3 en
de vragen--> welke alinea's had je over
kunnen slaan?
Doe dit echter niet, je hebt tijd!
Doe dit alleen als je twijfelt over een antwoord, leg dan de focus op de genoemde alinea's en let op de plaats van de kernzin.
Slide 9 - Slide
tekst 4: Vraatzucht
Slide 10 - Slide
Oefening: lees niet eerst de tekst, maar lees eerst alle vragen!
Slide 11 - Slide
vraag 29: welk argument voor verplichte kooklessen op school geeft Oliver volgens tekst 4?
Slide 12 - Open question
Het antwoord op vraag 29 vind je dus in alinea 1. Kijk wat er staat over 'verplichte kooklessen' (standpunt) en dan volgt het argument natuurlijk kort daarna. Houd het simpel!
Slide 13 - Slide
Vraag 30: In alinea 2 wordt beargumenteerd dat onze maatschappij geobsedeerd is door voedsel. Welke drogreden zie je in de argumentatie?
A
cirkelredenering
B
onjuist beroep op een oorzaak-gevolgschema
C
overhaaste generalisatie
D
verkeerde vergelijking
Slide 14 - Quiz
Je weet inmiddels het antwoord op vraag 30, maar leg eens uit waarom het deze drogreden is?
Slide 15 - Open question
Vraag 31: in alinea 3 spreekt de auteur haar verbazing uit. Waarover is zij verbaasd?
A
dat mensen die gezond zijn zo moeilijk doen over hun eetgewoontes
B
dat mensen massaal kookboeken kopen die dieten voorschrijven die bedoeld zijn voor zieke mensen
C
dat mensen voor hun gezondheid dan weer het ene product en dan weer het andere aanschaffen
D
dat mensen zonder medische noodzaak een extreem eetpatroon gaan volgen
Slide 16 - Quiz
Vraag 32: waarom schudden de gezondheidsfreaks en voedselsnobs vol medelijden hun hoofd?
Slide 17 - Open question
Vraag 34: Leg uit waarom de titel 'Vraatzucht' eigenlijk niet goed past (max 20 woorden).
Slide 18 - Open question
Vraag 33: citeer (!) vijf woorden (!) die de afkeer van de huidige obsessie met voedsel tot uitdrukking brengen.
Slide 19 - Open question
Vraag 35: hoofdgedachte van tekst 4
A
Mensen moeten zich niet zo druk maken om alle eisen die de voedselgoeroes uit de media aan ons stellen.
B
Onze obsessie voor voedsel blijkt vooral uit de toegenomen aandacht voor gastroporno en gezond en biologisch eten.
C
Veel mensen zijn tegenwoordig overdreven intensief met voedsel bezig en dat is onnodig en onzinnig.
D
We moeten de voedselindustrie meer gaan wantrouwen om te voorkomen dat we steeds elke modegril volgen.
Slide 20 - Quiz
Overige examentraining
- examen 2018, tweede tijdvak (achter elkaar, ontdek je energielek!)
- examen 2019, tweede tijdvak
- lessenserie 'formuleren van antwoorden op open vragen'
- lessenserie 'argumenteren'
Slide 21 - Slide
Welke uitleg, wat voor oefening, welke feedback heb jij nog nodig om met vertrouwen je eindexamen Nederlands te gaan maken?