Betrouwbaarheid van een tekst

Betrouwbaarheid van een tekst
1 / 26
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Betrouwbaarheid van een tekst

Slide 1 - Slide

De les
Welkom bij les 1 over mediawijsheid. Deze les ga je leren over betrouwbaarheid van teksten. De les bestaat uit 5 onderdelen:
  1. Voorkennis
  2. Theorie
  3. Vragen maken
  4. Twee teksten beoordelen
  5. Wat heb je geleerd?



Slide 2 - Slide

Voorkennis

Slide 3 - Slide

Wat weet je al over nepnieuws?

Slide 4 - Open question

Wat weet je al over betrouwbaarheid van teksten?

Slide 5 - Open question

Welke vormen van nepnieuws ken je?

Slide 6 - Open question

Theorie
Je komt woorden tegen die onderstreept zijn. Klik hier vooral op! Je vindt hier voorbeelden, filmpjes en uitleg.

Slide 7 - Slide

Afzender
  • Wie is de afzender van het bericht?
  • Bestaat deze persoon echt? Kijk bij websites altijd in de disclaimer of bij ‘over ons’.
  • Is de maker van de tekst bekend en is bekend of die maker een autoriteit (deskundige) op zijn vakgebied is?


Slide 8 - Slide

Intentie
Welke intentie heeft die afzender?
  • Waarom heeft diegene het artikel geschreven? 
  • Voor wie is het geschreven? 
  • Welke (politieke, financiële of andere) belangen heeft de afzender? Of is het bedoeld als satire?

Slide 9 - Slide

Techniek
Welke techniek is gebruikt?
  • Hoe wordt er ingespeeld op emotie, worden er zaken weggelaten, wordt er een autoriteit aangeroepen? 
  • Welk camerastandpunt wordt gebruikt? 
  • Welke beelden worden getoond met welke muziek erbij?

Slide 10 - Slide

Controleren
Kun je het controleren?
  • Is het alleen buzz op sociale media, of zie je het ook in de grote media? 
  • Gaat het om een onderzoek? Controleer dan hoe het is onderzocht. Als ze weinig mensen spreken, is de kans klein dat die meningen voor heel Nederland gelden.
  • Let ook op de datum! Informatie kan verouderd zijn.


Slide 11 - Slide

Bron
Welke bron is gebruikt?
  • Nepberichten maken vaak gebruik van denkbeeldige bronnen, dus kijk verder dan alleen een bronvermelding. 
  • Worden tekst en foto op dezelfde manier gebruikt als in de originele bron? Of is het bericht uit context gehaald? 
  • Is er geen link naar de bron? Gebruik dan een zoekmachine om het op te zoeken. Bij voorkeur in een anoniem venster, om je filter bubble te omzeilen.

Slide 12 - Slide

100% waar?
Is het de hele waarheid en niets dan de waarheid?
  • Nepnieuws kan wel degelijk waarheden bevatten. Hoe meer waarheid er in een bericht zit, hoe overtuigender het lijkt.
  • Controleer of een bericht de hele waarheid en niets dan de waarheid bevat.

Slide 13 - Slide

Vragen over de theorie

Slide 14 - Slide

Welke uitspraken over betrouwbaarheid van teksten zijn juist?
A
Als de bron belang heeft bij een bepaalde voorstelling van zaken, wordt de tekst minder betrouwbaar.
B
Als de informatie in een tekst afkomstig is van een deskundige, vergroot dat de betrouwbaarheid van de tekst.
C
Als er geen bron vermeld staat bij een tekst, is de tekst nog steeds even betrouwbaar.
D
De informatie van een tekst hoeft niet actueel te zijn, als er maar een duidelijke bron bij vermeld staat.

Slide 15 - Quiz

Welke teksten zijn waarschijnlijk niet zo betrouwbaar?
A
B-Brave krijgt eerste gouden plaat (artikel op nu.nl)
B
Beyonce is weer zwanger (weekblad Party)
C
De beste crème tegen rimpels (advertentie Vichy in de Volkskrant)
D
Meer kinderen naar de kinderopvang (Centraal Bureau voor Statistiek)

Slide 16 - Quiz

Welke twee teksten zijn het meest betrouwbaar?
A
De bijsluiter bij antibiotica
B
De nieuwe Pirates of the Caribbean is de beste (Xavi op een filmforum op internet)
C
Duurzame houtvervangers leveren winst op (vaktijdschrift bouwtotaal)
D
Justin Bieber heeft een nieuwe vlam (weekblad Privé)

Slide 17 - Quiz

Welke teksten zijn waarschijnlijk niet zo betrouwbaar?
A
B-Brave krijgt eerste gouden plaat (artikel op nu.nl)
B
Beyonce is weer zwanger (weekblad Party)
C
De beste crème tegen rimpels (advertentie Vichy in de Volkskrant)
D
Meer kinderen naar de kinderopvang (Centraal Bureau voor Statistiek)

Slide 18 - Quiz

Onderbouw je antwoord bij de vorige vraag.

Slide 19 - Open question

Welke uitspraken zijn juist?
De informatie in een tekst is betrouwbaarder als
A
de bron van de tekst bekend is.
B
de bron verstand heeft van het onderwerp.
C
de informatie in elk geval ouder is dan één week.
D
de informatie te controleren is.

Slide 20 - Quiz

Leg in je eigen woorden uit wat een filter bubble is.

Slide 21 - Open question

Beoordeel de tekst
Lees deze tekst en geef je oordeel in de volgende slide.

Slide 22 - Slide

Is voorgaande tekst betrouwbaar? Motiveer je antwoord met termen uit de theorie.

Slide 23 - Open question

Beoordeel de tekst
Lees deze tekst en geef je oordeel in de volgende slide.

Slide 24 - Slide

Is voorgaande tekst betrouwbaar? Motiveer je antwoord met termen uit de theorie.

Slide 25 - Open question

Wat weet je nu, dat je voor deze les niet wist? Noem drie voorbeelden aan de hand van de thema’s van de theorie.

Slide 26 - Open question