Chapter 2 - Questions & Negations present simple

Welcome


Maandag 18th of November
-  Ontkenningen in de present simple

1 / 13
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welcome


Maandag 18th of November
-  Ontkenningen in de present simple

Slide 1 - Slide

By the end of this lesson I will...
... be able to form negations 
(ontkenningen) in the present simple. (tegenwoordige tijd) 

Slide 2 - Slide

Hoe maken we een vraag in de present simple?

Slide 3 - Mind map

Maar wat nou als we een vraag willen stellen? 
Om een vraag te maken heb je hulp nodig van het werkwoord to do
Deze zet je aan het begin van de zin.
VB. 
You live near school.              Do you live near school?

Bij she/he/it gebruik je does.
He cycles to school.               Does he cycle to school?


Slide 4 - Slide

Let goed op!
By he/she/it komt de -s achter het woord do niet achter het werkwoord!

Does she teach English?
Does it work?

Slide 5 - Slide

Uitzondering
Soms kan je een hulpwerkwoord aan het begin van de zin zetten. Dit doe je bij de werkwoorden to be, can, may, en will

VB.
You are late for class.         Are you late for class?
She can speak French.      Can she speak French?                   

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Link

Ontkenningen maken
Als je wilt zeggen dat iets niet zo is gebruik je do not (don't) of does not (doesn't). Dit zet je voor het werkwoord.

VB.
We have enough free time.                       We don't have enough free time
She likes Mondays.                                       She doesn't like* Mondays. 
*= Let op dat de -s al in de doesn't zit. 

Slide 8 - Slide

Uitzonderingen
Bij het werkwoord to be en de hulpwerkwoorden can, may en will heb je geen don't of doesn't nodig. Je kan not dan gewoon achter het werkwoord plakken.

VB
He is my best friend.                He is not (isn't) my best friend.
Vicky can help you.                   Vicky can help you. 

Slide 9 - Slide

Maak van deze zin een ontkenning:
She cycles to school.

Slide 10 - Open question

Maak van deze zin een ontkenning:
I can speak Spanish

Slide 11 - Open question

E Grammar & Writing
Where? page 109 | E Grammar and writing
What? Do exercise 31, 32, 33, 34 pag 109
How? ALONE
Help? Ask the teacher
Finished? 
HOMEWORK 
- ex 35,36, pag 111
ex. 37 , 38 pag 113
Slim Stampen

timer
15:00

Slide 12 - Slide

End of the lesson
- Any questions? 

HW Tuesday 8th of February
Do E Grammar & writing exercise 32 & 33B

See you next week! :) 

Slide 13 - Slide