L2 H3 woordenschat 2KM

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • leesboek
  • lesboek
  • pen
  • schrift
timer
2:00
1 / 29
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom! 
Ga naar je plek, pak je spullen en wacht tot de les begint.
  • leesboek
  • lesboek
  • pen
  • schrift
timer
2:00

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Lesdoelen
  • Mededelingen
  • Lezen
  • Theorie
  • Zelfstandig werken
  • Samenwerken
  • Huiswerk
  • Evaluatie les

Slide 2 - Slide

Lesdoelen
  • Ik ken de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels.
  • Ik kan de betekenis van woorden vinden met behulp van voorvoegsels.
  • Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf. 

Slide 3 - Slide

Mededelingen
Wat moet ik weten?

Slide 4 - Slide

Lezen in stilte
timer
10:00

Slide 5 - Slide

Nakijken
1 t/m 4 vanaf blz 76

Slide 6 - Slide

Betekenis voorvoegsel
non-

Slide 7 - Open question

Betekenis voorvoegsel
on-

Slide 8 - Open question

Betekenis voorvoegsel
mis-

Slide 9 - Open question

Betekenis voorvoegsel
wan-

Slide 10 - Open question

Betekenis voorvoegsel
her-

Slide 11 - Open question

Betekenis voorvoegsel
ex-

Slide 12 - Open question

Betekenis voorvoegsel
inter-

Slide 13 - Open question

Voorbeelden met het voorvoegsel
her-

Slide 14 - Mind map

Voorbeelden met het voorvoegsel
on-

Slide 15 - Mind map

Voorbeelden met het voorvoegsel
wan-

Slide 16 - Mind map

Voorbeelden met het voorvoegsel
non-

Slide 17 - Mind map

Voorbeelden met het voorvoegsel
mis-

Slide 18 - Mind map

Voorbeelden met het voorvoegsel
ex-

Slide 19 - Mind map

Voorbeelden met het voorvoegsel
inter-

Slide 20 - Mind map

Voorvoegsels
Sommige woorden bestaan uit een woord en een voorvoegsel.
Bijvoorbeeld: De heropening van de winkel was een succes. 

Een voorvoegsel kan je helpen de betekenis van het woord te vinden.

Slide 21 - Slide

Voorvoegsels
Voorvoegsels die veel voorkomen, zijn:
non- = niet, zonder
on- = niet
mis- = verkeerd, fout
wan- = slecht, verkeerd
her- = weer, opnieuw
ex- = niet meer, van vroeger
inter- = tussen (twee of meer gebieden)

Slide 22 - Slide

Zelfstandig werken
- Maak: opdracht 5 t/m 7 vanaf blz. 76
- Maak: oefening voorvoegsels en achtervoegsels op Numo. 

Heb je een vraag?
Steek je vinger op!

Ben je klaar?
Maak opdracht 8


timer
5:00

Slide 23 - Slide

Rustig samenwerken

- Maak: opdracht 5 t/m 7 vanaf blz. 76
- Maak: oefening voorvoegsels en achtervoegsels op Numo.


Heb je een vraag?
Steek je vinger op!


Ben je klaar?
Maak opdracht 8











timer
5:00

Slide 24 - Slide

Huiswerk
Datum:
maandag 21 februari

Maken:
- Maak: opdracht 5 t/m 7 vanaf blz. 76
- Maak: oefening voorvoegsels en achtervoegsels op Numo.



Slide 25 - Slide

Lesdoelen
  • Ik ken de betekenis van veelvoorkomende voorvoegsels.
  • Ik kan de betekenis van woorden vinden met behulp van voorvoegsels.
  • Ik ken de betekenis van alle woorden en uitdrukkingen uit deze paragraaf. 

Slide 26 - Slide

Evaluatie
  • Wat heb je geleerd deze les?
  • Wat ging er goed?
  • Wat kan beter?

Slide 27 - Slide

Tot de volgende les!

Slide 28 - Slide

Nakijken huiswerk
Opdracht 1 t/m 4 (blz. 56/57)

Nakijkboekje vanaf blz: ..
Gebruik een andere kleur pen. Corrigeer je antwoord, indien fout. Heb je een vraag? 
Steek je vinger op!
Klaar? Maak de startopdracht op blz. 58

Slide 29 - Slide