Les 3 AE-13 Investeringen

1 / 17
next
Slide 1: Slide
Praktische economie

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat gaan we doen?
  • Herhaling les 2
  • Instructie krijgen over investeringen
  • Vragen beantwoorden gedurende de les
  • Huiswerk opdrachten maken
Wat ga je leren?
  • Wat zijn investeringen
  • Bruto-investeringen
  • Netto-investeringen 
  • Vervangingsinvesteringen
  • Bovengenoemde berekenen

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide


Slide 4 - Open question

Welke van onderstaande is geen voorbeeld van een diensten van derden?
A
Marketingkosten
B
Internetrekening
C
Rekening van de verzekeringsmaatschappij
D
Kosten van personeel

Slide 5 - Quiz

Investeringen:

Het aanschaffen van kapitaalgoederen (productiemiddelen) door bedrijven of door de overheid.

Slide 6 - Slide

We onderscheiden:
  • Bruto-investeringen
  • Netto-investeringen
  • Vervangingsinvesteringen

Slide 7 - Slide

Bruto-investeringen (Ibr)
Alle in een periode aangeschafte kapitaalgoederen

Slide 8 - Slide

Vervangingsinvesteringen (Iv)
Aanschaffen van kapitaalgoederen ter vervanging van de in het productieproces versleten vaste kapitaalgoederen (machines, gebouwen, enz.)

Slide 9 - Slide

Iv = A
A = Afschrijvingen
Geld dat opzij wordt gelegd voor de vervangingsinvesteringen. 


Slide 10 - Slide

Netto investering (In)
Bruto-investeringen (Ibr) - Vervangingsinvestering (Iv) 
toename kapitaalgoederenvoorraad

Slide 11 - Slide

Kapitaalgoederenvoorraad
Vlottende kapitaalgoederen = voorraadinvesteringen (Ivo)
Vaste kapitaalgoederen = uitbreidingsinvestering (Iu)

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Het meel dat Bright Bakery gebruikt om brood te bakken behoort tot
A
Vaste kapitaalgoederen
B
Afschrijvingen
C
Bruto-investeringen
D
Vlottende kapitaalgoederen

Slide 14 - Quiz

We kunnen vaststellen dat de afschrijvingen gelijk zijn aan de vervangingsinvesteringen
A
Juist
B
Onjuist

Slide 15 - Quiz

Gegeven voor het bedrijf Utopia(alle bedragen luiden in miljarden dollars):
Netto-investeringen 60
Voorraadinvesteringen 4
Afschrijvingen 10
Gevraagd:
a. Bereken de bruto-investeringen.
b. Bereken de uitbreidingsinvesteringen.
c. Bereken de investeringen in vaste kapitaalgoederen

Slide 16 - Open question

Maak de opdrachten en lever ze in. 
Succes!

Slide 17 - Slide