HV2D ch3 cours 2 26-02-2021

1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Programme
- les devoirs 4, 6, 7
- vocabulaire
- grammaire C
- au travail

Slide 2 - Slide

Exercice 7
Hoe vraagt de presentator waar Matt Pokora vandaan komt?
Hoe zegt Natalie dat hij van Poolse afkomst is?
Hoe zegt Nathalie dat ze al naar een concert van M.P. is gegaan?
Il est d'origine polonaise
Oui, c'est mon chanteur préféré. 
C'est quand son anniversaire?
Je m'appelle Nathalie Lefèvre.
Je suis déjà allée à un concert de Matt.
Il vient d'où exactement?

Slide 3 - Drag question

Le vocabulaire
Er volgen nu een aantal meerkeuzevragen over de vocabulaire.

Let op! Je hebt steeds slechts 10 seconden!

Slide 4 - Slide

Traduis: winnen
A
chanter
B
gagner
C
la chanson
D
écouter

Slide 5 - Quiz

Traduis: de zangeres
A
le chanteur
B
la comédie musicale
C
le spectacle
D
la chanteuse

Slide 6 - Quiz

traduis: luisteren
A
donner
B
écouter
C
trouver
D
chanter

Slide 7 - Quiz

traduis: n'est-ce pas?
A
Wie?
B
Waarom?
C
Toch?
D
Wat?

Slide 8 - Quiz

complète
écrire
parler
regarder
Écouter
Lire
Choisis
Remplis
traduis
souligne
vul aan
schrijven
kijken
onderstreep
lezen
Luisteren
kies
praten
Vul in
vertaal

Slide 9 - Drag question

Texte A
Ik haal er nog even twee zinnen uit:

-  Il est d'origine polonaise. Son père venait de Pologne.

- C'était génial!

Wat betekenen deze twee zinnen?
In welke tijd staan ze?


Slide 10 - Slide

Bron C: L'imparfait
De verleden tijd

Hoe klinkt dat in het Nederlands?

Slide 11 - Slide

présent - imparfait
ik heb - ik had
ik ben - ik was
ik ga - ik ging
ik loop - ik liep
ik werk - ik werkte
ik eet - ik at
ik praat - ik praatte

Slide 12 - Slide

Hoe maak je de imparfait?
stap 1
Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.

stap 2
Haal -ons van het ww af

stap 3
Plak de juiste uitgang erachter

Slide 13 - Slide

Uitgangen imparfait
Je parlais
Tu parlais
Il/ elle/ on parlait
Nous parlions
Vous parliez
Ils/ elles parlaient

Slide 14 - Slide

Hoe maak je de imparfait?
stap 1
Neem de nous-vorm van het ww uit de tegenwoordige tijd.
vb: hij praatte --> praten --> parler --> parlons

stap 2
Haal -ons van het ww af
vb: parlons --> parl

stap 3
Plak de juiste uitgang erachter
vb: parl --> il parlait

Slide 15 - Slide

Hoe zeg je: Wij praatten
A
Nous parlons
B
vous parlez
C
nous parlions
D
vous parliez

Slide 16 - Quiz

Vertaal: Zij hadden
A
ils avaient
B
ils avait
C
ils avent
D
ils ont

Slide 17 - Quiz

Vertaal: Zij nam
A
elle prendrait
B
elle prendait
C
elle prenait
D
elle prenaient

Slide 18 - Quiz

Uitzonderingen...
être --> uiteraard!

Bij dit ww gebruik je niet de nous-vorm om de imparfit te maken, maar je gebruikt
ét....

En daar plaats je de uitgangen achter. Bijv.
Elle était

Slide 19 - Slide

Vous avez encore des questions?

Slide 20 - Slide

Les devoirs pour la semaine prochaine
Faire:
- 13, 14

Apprendre:
- vocabulaire A + B
- grammaire C

Slide 21 - Slide