Party Woche 5

Willkommen liebe Schüler!
Party
Woche 5
1 / 13
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolvmbo lwoo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 90 min

Items in this lesson

Willkommen liebe Schüler!
Party
Woche 5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Heute auf dem Programm


  1. Wichtige Informationen zur Endmessung Schreibfertigkeit und zur Abgabefrist von 'Keuzebord nummer 2'


  2. Feedback: Schreibaufgabe Seite 18 

  3. Üben mit dem Wörterbuch  Seite 19
  4. Arbeiten am Keuzebord 2







Lernziele

Am Ende der Stunde....
... kann ich einen Text so schreiben, dass die Anrede, der Abschluss, die geforderten Wörter, die Großschreibung und die Formen der Verben korrekt sind.
...kann ich mit einem Wörterbuch Wörter nachschlagen, die richtige Bedeutung auswählen und diese in einfachen Sätzen richtig anwenden.








Slide 2 - Slide

5 min
Deadline Keuzebord Nummer 2/Endmessung Schreibfertigkeit

Die Endmessung Schreibfertigkeit findet am Donnerstag, dem 28. November, statt. Das ist auch die Frist für das Keuzebord Nummer 2
Wie lernst du für diesen Test? -->Sieh dir den Plan für nächste Woche auf Itslearning an. 
Gibt es noch Fragen?

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Verbessern Schreibübung 2 auf Seite 18
Check straks 1 voor 1 je schrijfopdracht op de volgende punten:
1. Correcte aanhef en afsluiting
2. De verplichte woorden en werkwoorden
3. De hoofdletters
4. Correcte vorm van de regelmatige en onregelmatige werkwoorden

Kan je dit allemaal al? Werk dan in stilte aan Keuzebord 2

Slide 4 - Slide

This item has no instructions

Verbessern Schreibübung 2 auf Seite 18
 1. Correcte aanhef en afsluiting?  
 AANHEF: Liebe ..(meisje)/ Lieber (jongen), 
(witregel)
Je eerste zin begint met een kleine letter bijvoorbeeld:
ich organisiere eine Party am Samstag, den 23. November und ich brauche deine Hilfe.  
AFSLUITING: 
Liebe Grüße,
(jouw naam)

Kan je dit allemaal al? Werk dan aan Keuzebord 2

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

2. Check of de verplichte zelfstandig naamwoorden Hilfe en Kuchen en de werkwoorden helfen, vorbereiten & danken voorkomen in de tekst & structuurwoorden?

Bijvoorbeeld: 
ich plane eine Party und brauche deine Hilfe. Kannst du bitte einen Kuchen backen?  Außerdem (bovendien) muß ich noch den Raum vorbereiten. Kannst du mir auch (ook) beim Dekorieren des Raums helfen
Ich danke dir schon jetzt für deine Hilfe. (Ik dank je nu al voor je hulp)



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

3. Hoofletters correct? 
- Aan het begin van een zin:
Voorbeeld:
"Lust auf eine Party?"/ Zin in een feestje? (Zin begint met "Lust")
- Zelfstandige naamwoorden:
Voorbeeld:
"Die Party findet am Samstag statt." (Party, zaterdag zijn zelfstandige naamwoorden)
3. Eigen namen:
Voorbeeld:
"Ich heiße Anna und organisiere eine Themenparty" (Anna is een eigen naam)
4. De dagen van de week, maanden, jaargetijden en feestdagen:
Voorbeeld:
"Wir treffen uns am Freitag." We zien elkaar op vrijdag. (Vrijdag is een dag van de week)
"Im Dezember feiern wir Weihnachten." (December is een maand, en Kerstmis is een feestdag)

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

4. Gebruik je de correcte vorm van de werkwoorden?
Kijk altijd goed naar het onderwerp van de zin en pas het werkwoord
daarop aan.  Bijvoorbeeld: Ich organisiere eine Themenparty. Kommst du auch? Die Party findet statt am ..... Hilfst du mir?




Tip: Leer de vervoeging van de meest voorkomende onregelmatige werkwoorden zoals hiernaast  & haben, sein en werden op blz 20 uit je hoofd & en natuurlijk de (fe)esttenten-regel 
helfen (e>ie)
stattfinden (stam op -d)
dich/ mich einladen a>ä & stam op -d)
ich
helfe
x
laddich ein
du
hilfst
x
lädst mich ein
er/sie/es

hilft
findet statt
lädt ein
wir
helfen
x
laden dich ein
ihr
helft
x
ladet mich ein
sie/Sie
helfen
x
laden mich ein

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Wie werden die meisten Fehler mit dem Wörterbuch gemacht?

1. Het eerste de beste woord kiezen.

2. Vervoegde delen van het werkwoord opzoeken en niet het hele werkwoord.

3. Niet de correcte spelling en alfabetische volgorde weten in het Nederlands
1.Voorbeeld: 'Advocaat' wordt ‘Eierlikör' 
 in plaats van Anwalt 
 2. Voorbeeld: 'Hoop' → 'de hoop (stront)'  
in plaats van 'hoffen'.
3. Voorbeeld: 'Verrassing' 
vs. 'Verassing'.
 

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Gruppenarbeit: Aufgabe Seite 19
  1.  Zoek de woorden op in je woordenboek en schrijf op: Twee betekenissen, het woordtype (bijv. werkwoord, zelfstandig naamwoord), welk woord in de context van de zin past."(individueel & in stilte: 10 minuten
  2. Controleer elkaars antwoorden. Overleg: "Vergelijk antwoorden en check: Past de betekenis in de context? Is de spelling van het Nederlandse woord juist? Is het een hele werkwoordsvorm?" (In je mc: 5 minuten)
  3. Maak 1 groepszin met minimaal 5 van de opgezochte woorden in de correcte context. (In je mc, 5 minuten)
  4. Presenteer jullie werk aan een ander mc.  (1 mc-lid gekozen door Liesbeth) De mc-leden geven je feedback op wat en hoe je presenteert (5 minuten)
timer
10:00

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

An die Arbeit
Machen: Seite 19 
Fertig?  Keuzebord 2

timer
20:00

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Ziele checken:
Schrijf de volgende zin opnieuw maar nu mét de 5 hoofdletters waar ze horen. "am freitag plant anna eine party im dezember."



Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Ziele checken:
Noem de 3 meestgemaakte fouten bij het gebruik van een woordenboek.
1.
2.
3.

Slide 13 - Open question

This item has no instructions