4.4 Woordformules

paragraaf 4.4
woordformules
1 / 15
next
Slide 1: Slide
WiskundeMiddelbare schoolLeerjaar 1

This lesson contains 15 slides, with text slides.

Items in this lesson

paragraaf 4.4
woordformules

Slide 1 - Slide

korte herhaling vorige les
negatieve breuken

Slide 2 - Slide

stappenplan
• vereenvoudig breuken zoveel mogelijk
• haal de helen eruit
• laat geen minteken in de teller of noemer staan

Slide 3 - Slide

optellen en aftrekken met negatieve breuken
• eerst maak je de breuken gelijknamig
• daarna kan je optellen en aftrekken
• dezelfde regels voor optellen en aftrekken gelden zoals je geleerd hebt

Slide 4 - Slide

negatieve breuken vermenigvuldigen
• teller x teller
• noemer x noemer
• denk aan de regels van het vermenigvuldigen met negatieve getallen

Slide 5 - Slide

leerdoelen
• ik weet wat een woordformule is
• ik weet hoe ik een woordformule moet opstellen
• ik kan een woordformule uitrekenen
• ik kan ook woordformules met mintekens uitrekenen

Slide 6 - Slide

leg de lucifers per tweetal zo neer

Slide 7 - Slide

vul de tabel verder in, je mag hem uitbreiden naar rechts

Slide 8 - Slide

je kunt de volgende woordformule opstellen:
voor de figuur met nummer 3: aantal lucifers = 2 . 3 + 1
voor de figuur met nummer 4: aantal lucifers = 2 . 4 + 1
welke formule hoort er bij figuur 238??
en bij 416?

Slide 9 - Slide

woordformule
in een woordformule staat op een korte en handige manier hoe je iets moet berekenen

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

woordformules met mintekens
lengte van een kaars in cm
lengte = 35 - 4 . aantal branduren
mag je dan alle getallen invullen voor 'aantal branduren'?

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

huiswerk
34 tot en met 40

Slide 15 - Slide