This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.
Lesson duration is: 120 min
Items in this lesson
Communisme
paragraaf 2.1
Slide 1 - Slide
Leerdoelen
Je kunt de belangrijkste ideeën van Karl Marx uitleggen.
Je kunt enkele indirecte oorzaken noemen van de Russische Revolutie.
Je kunt een beschrijving geven van het verloop van de Russische Revolutie.
Slide 2 - Slide
Vorig jaar heb je geleerd over politiek-maatschappelijke stromingen. Wat weet je nog over het socialisme?
Slide 3 - Open question
weet je al iets over het communisme?
Slide 4 - Mind map
De klassenmaatschappij
Door de industrialisatie in de 19e eeuw was een klassenmaatschappij ontstaan.
Onderaan had je de arbeidersklasse, het proletariaat. Arbeiders bezaten het productiemiddel arbeid en waren zeer arm en werden uitgebuit
Bovenaan stonden de rijke fabriekseigenaren, de bourgeoisie. De bourgeoisie bezat de productiemiddelen kapitaal en natuur ( fabrieken en grondstoffen)
Slide 5 - Slide
Communisme
Er was veel kritiek op deze ongelijkheid. Een van die critici was Karl Marx.
Hij voorspelde dat deze ongelijkheid alleen maar toe zou nemen: de klassenstrijd.
Volgens hem zou er altijd strijd bestaan totdat alle arbeiders besluiten in opstand te komen en al het kapitaal en bezit zouden afschaffen.
Het idee dat er een gewelddadige revolutie zou moeten komen om de bourgeoisie af te zetten heet het communisme.
--> Rusland wordt het eerste communistische land.
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Video
Kenmerken communisme
Geen democratie: er is 1 communistische partij
Vervolging van politieke tegenstanders
Gebruik van propaganda en censuur
Geen privébezit: productiemiddelen zijn in handen van de staat en iedereen is in theorie gelijk
Geen vrijemarkteconomie maar een planeconomie
Internationale beweging (geen nationalisme)--> Wereldrevolutie
--> leent zich voor totalitarisme
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
Noem minimaal 2 overeenkomsten tussen het Rusland uit 2022 en Rusland begin 20e eeuw
Slide 10 - Open question
Noem minimaal 1 verschil tussen het Rusland uit 2022 en Rusland begin 20e eeuw
Slide 11 - Open question
Communisme
paragraaf 2.1
Slide 12 - Slide
Rusland voor 1917
Politiek Rusland was een autocratie en werd bestuurd door alleenheersers, de tsaren samen met de adel en de geheime dienst . Er waren regelmatig hongeropstanden en demonstraties. Rusland was slecht voorbereid op WOI en had een oorlog tegen Japan verloren.
Sociaaleconomisch Rusland was een agrarische samenleving met weinig industrie waar boeren en arbeiders enorm arm waren. Er was nauwelijks een arbeidersproletariaat.
Slide 13 - Slide
De Russische revolutie(s)
In 1917 begonnen burgers met stakingen en demonstraties. Dit bestond uit 3 fases.
Februarirevolutie De laatste tsaar, Nicolaas II, trad af door de vele demonstraties van soldaten en burgers
Oktoberrevolutie
Burgeroorlog
Slide 14 - Slide
Oktoberrevolutie
De invloed van de bolsjewieken groeide, onder leiding van Vladimir Lenin.
Zij stelden een aantal eisen:
alle grond in Rusland moet naar de boeren
alle fabrieken in Rusland komen in handen van de arbeiders
er moet een vredesakkoord komen met Duitsland
het land moest bestuurd gaan worden door sovjets: arbeidersraden
Eind oktober wist Lenin met een staatsgreep de macht te grijpen.
Slide 15 - Slide
Burgeroorlog
Heel veel Russen waren het helemaal niet eens met de radicale bolsjewieken.
Hierdoor brak er een burgeroorlog uit tussen
Het Rode Leger: de bolsjewieken
Het Witte leger: de tegenstanders van het communisme
In 1922 werd het Witte Leger verslagen en werd de Sovjet-Unie gesticht: een communistische eenpartijstaat.
Slide 16 - Slide
Opdracht
Zoek op wat de volgende begrippen betekenen.
Socialisme
Sociaaldemocratie
Communisme
Marxisme
Proletariaat
Bourgeoisie
Bolsjewieken
Zorg dat je voor elk begrip in ongeveer 2 zinnen kan uitleggen wat het betekent, in begrijpelijk Nederlands. Met andere woorden, je (hypothetische) broertje of zusje van 11 moet het ook kunnen begrijpen! 15 minuten de tijd voor.
Slide 17 - Slide
Slide 18 - Slide
socialisme
communisme
sociaaldemocratie
Slide 19 - Slide
Slide 20 - Video
In welk jaar trok Rusland zich terug uit de Eerste Wereldoorlog?
A
1914
B
1917
C
1900
D
1918
Slide 21 - Quiz
Waarom neemt Rusland vanaf 1917 niet langer deel aan de Eerste Wereldoorlog?
A
Onbeperkte duikbotenoorlog
B
Onderschept telegram
C
Ruzie met Duitsland
D
Russische Revolutie
Slide 22 - Quiz
In 1917 werd Rusland.....
A
Kapitalistisch
B
Democratisch
C
Communistisch
D
Socialistisch
Slide 23 - Quiz
Welke Tsaar werd afgezet en later ook door de communisten omgebracht?
A
Tsaar Nicolaas II
B
Tsaar Vladimir III
C
Prinses Sisi
D
Tsaar Ferdinand I
Slide 24 - Quiz
Noem een oorzaak van de Russische Revolutie.
A
De ongelijke behandeling van de 3e stand
B
Afschaffing van de lijfeigenschap
C
Het privéleven van Lenin
D
Het moeten leven in de mir
Slide 25 - Quiz
Welke oorzaken van de Russische Revolutie heb je geleerd?
A
Absolutistisch bestuur
B
Onvrede derde stand
C
Doema geen macht
D
Onvrede bojaren (adel)
Slide 26 - Quiz
Wat is het verschil tussen de februarirevolutie (F) en de oktoberrevolutie (O) ?
A
F: staatsgreep en
O: massa-opstand
B
F. muiterij en
O opstand
C
F: massa-opstand, en
O staatsgreep
D
F. Opstand en
O muiterij.
Slide 27 - Quiz
Slide 28 - Video
VREDE VAN BREST-LITOSVK -1917
De oorlog tegen Duitsland aan het oostfront kostte de veel tijd, geld en manschappen.
was van mening dat een vrede met Duitsland de grootste prioriteit was voordat hij zich kon
richten op het vormen van een staat. Duitsland stemde met de vrede in.
Het verdrag kostte Rusland veel land en geld.
Ruslands voormalige Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten waren niet blij met de vrede
tussen de twee landen. De vrede betekende het einde van de en nu kon Duitsland zich volledig richten op het westfront in België en Frankrijk.
Bolsjewieken
Tsaristen
Ottomanen
communistische
bondgenoten
democratische
Stalin
Lenin
Tsaar Nicolai
wapenwedloop
tweefrontenoorlog
vijanden
eerste wereldoorlog
Fortnite
Otto von Bismarck
Slide 29 - Drag question
Wie is dit?
A
Lenin
B
Sultan Mehmet
C
Keizer Wilhelm II
D
Tsaar Nicolaas II
Slide 30 - Quiz
De Russische kerk (orthodoxe kerk)
De Russische tsaar
Lenin
Kapitalist
Slide 31 - Drag question
Wat is het verschil tussen de februarirevolutie (F) en de oktoberrevolutie (O) ?