oog en oor

Als een spier zich aanspant dan wordt die....
A
dikker en korter
B
langer en dunner
1 / 43
next
Slide 1: Quiz
BiologieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

This lesson contains 43 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Als een spier zich aanspant dan wordt die....
A
dikker en korter
B
langer en dunner

Slide 1 - Quiz

Wanneer een kringspier zich aanspant ontstaat er:
A
een groter gat (diameter)
B
een kleiner gat (diameter)

Slide 2 - Quiz

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Wanner je pupil groot is zijn de kringspieren van de iris:
A
ontspannen
B
aangespannen

Slide 6 - Quiz

Wanner je pupil groot is zijn de lengtespieren van de iris:
A
ontspannen
B
aangespannen

Slide 7 - Quiz

Slide 8 - Slide

Bij dichtbij zien is de lens
A
bol
B
plat

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Bij een bolle lens zijn de lensbandjes
A
strak
B
los

Slide 13 - Quiz

Bij een bolle lens, met losse lensbandjes is de kringspier eromheen
A
ontspannen
B
aangespannen

Slide 14 - Quiz

Slide 15 - Slide

bolle lens (+)

Slide 16 - Slide

holle lens (-)

Slide 17 - Slide

+ of - bril?
Tekst

Slide 18 - Slide


+ bril of - bril
A
+
B
-

Slide 19 - Quiz

Slide 20 - Slide

Is deze persoon bijziend of verziend?
A
verziend
B
bijziend

Slide 21 - Quiz

verziend

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

in het netvlies liggen twee soorten zintuigcellen: kegeltjes en staafjes.
Met welke cellen zie je kleur?
A
kegeltjes
B
staafjes

Slide 26 - Quiz

Slide 27 - Slide

Slide 28 - Slide

Is deze persoon bijziend of verziend?

Slide 29 - Slide

Slide 30 - Slide

geluidssterkte = hoe hard is een geluid

in dB (decibel)

+10 dB = x10
+20 dB = x10x10=x100
+30 dB = x1000

Slide 31 - Slide

>80 dB --> gehoorbeschadiging
>130 dB --> pijn

Slide 32 - Slide


de tweede toon is .... dan de eerste
A
hoger
B
lager
C
harder
D
zachter

Slide 33 - Quiz


de tweede toon is ..... dan de eerste
A
hoger
B
lager
C
harder
D
zachter

Slide 34 - Quiz

Slide 35 - Slide

Slide 36 - Slide

Slide 37 - Slide

Slide 38 - Slide

Op grote hoogte is de luchtdruk van de buitenlucht laag. Je rijdt heel snel een berg op.

Is de luchtdruk, wanneer je boven bent, buiten hoger of lager dan in de trommelholte?
A
hoger
B
lager

Slide 39 - Quiz

staat het trommelvlies dan bol naar buiten of hol naar binnen?
A
bol naar buiten
B
hol naar binnen

Slide 40 - Quiz

Je zit in een vliegtuig dat snel daalt. Je krijgt pijn in je oren, hoe staat je trommelvlies?
A
hol naar binnen
B
bol naar buiten

Slide 41 - Quiz

Je slikt of kauwt kauwgom om je buis van eustachius te openen en de pijn te verlichten. Wat gebeurt er met de lucht in de trommelholte om de druk in en buiten het oor weer gelijkt te maken?
A
er gaat lucht naar binnen
B
er gaat lucht naar buiten

Slide 42 - Quiz

maken:
paragraaf 5.5 en 5.6

Slide 43 - Slide