Verhaalsommen groep 4

1 / 26
next
Slide 1: Slide
RekenenBasisschoolGroep 4

This lesson contains 26 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Willem, Liam en Stijn krijgen ieder 11 citroenen van de groenteboer. Hoeveel citroenen hebben ze samen?

Slide 2 - Open question

11 + 11 + 11 =
33

Slide 3 - Slide

Een nachtje slapen in een strandhuisje kost 7 euro. Tijn wil graag 3 nachten blijven. Hoeveel moet hij betalen?

Slide 4 - Open question

3 x 7 =
21

Slide 5 - Slide

Rosalie verkoopt 77 narcissen. Ze maakt bosjes van 10. Hoeveel bosjes kan ze maken?

Slide 6 - Open question

7
77 = 70 + 7
10 in 1 bos 
10 x 7 = 70
7 losse over 

Slide 7 - Slide

Lukas had 61 knikkers toen hij naar school ging. Aan het eind van de dag had hij nog maar 39 knikkers. Hoeveel knikkers heeft Lukas verloren?

Slide 8 - Open question

22
61 - 39 =                        61 - 40 (1 lenen
61- 30 = 31                    61 - 40 = 21          
              31 - 1 = 30                      1 geleend dus  + 1 = 22
    30 - 8 = 22                                                          

Slide 9 - Slide

De vader van Elise is 25 jaar ouder dan Elise. Haar vader is 32 jaar. Hoe oud is Elise?

Slide 10 - Open question

7 jaar
32 - 25        of           25 + ..... = 32
 32 - 20 = 12            25 + 5 = 30 
12 - 5 = 7                 30 + 2 = 32 
                             5 + 2 = 7

Slide 11 - Slide

Juul heeft 4 taarten gebakken. Uit iedere taart gaan 9 stukken. Hoeveel stukken heeft ze al?

Slide 12 - Open question

36
4 x 9 
9 x 4 

Slide 13 - Slide

Tobias, Justin en Pieter krijgen ieder 7 bananen van de groenteboer. Hoeveel bananen hebben ze samen?

Slide 14 - Open question

21
3 x 7
7 x 3

Slide 15 - Slide

In de klas van Jochem zitten 25 kinderen. Ze zitten in 5 even grote groepjes. Hoeveel kinderen zitten er in elk groepje?

Slide 16 - Open question

5
25 : 5 = 5
.... x 5 = 25

Slide 17 - Slide

Een verkoper op de markt begint 's morgens met 86 dozen bonbons. Er komt een klant die er 3 koopt, een klant die er 6 koopt en nog een die er 7 koopt. Hoeveel dozen bonbons heeft de verkoper dan nog?

Slide 18 - Open question

70
86 - 3 - 6 - 7 =
3 + 7 = 10
86 - 10 = 76
76 - 6 = 70

Slide 19 - Slide

In een vakantiehuisje zijn 12 bedden. Die zijn eerlijk verdeeld over 3 kamers. Hoeveel bedden staan er in 1 kamer?

Slide 20 - Open question

4
12 : 3 = 4
... x 3 = 12

Slide 21 - Slide

Lara verkoopt 99 narcissen. Ze maakt bosjes van 10. Hoeveel bosjes kan ze maken?

Slide 22 - Open question

9
99 = 90 + 9
9 x 10 = 90
9 losse over

Slide 23 - Slide

Welk getal ligt het dichtst bij 49? Kies uit: 53, 55, 47 of 52.

Slide 24 - Open question

47
55 ligt er 6 naast
53 ligt er 4 naast
52 ligt er 3 naast
47 ligt er 2 naast

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide