Les LVG 31 januari

aujourd'hui c'est le 31 janvier
in de kring eigen plaats

1 / 23
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 2

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

aujourd'hui c'est le 31 janvier
in de kring eigen plaats

Slide 1 - Slide

programme
  • lessonup herhalen grammaire
  • groepsopdracht
  • eventueel quizlet 
  • Klaar? leren woordjes A= ook huiswerk

Doel: herhalen grammatica vorige les

Slide 2 - Slide

in tafelgroepen
eigen plaats
2 minuten om device op te starten en in te loggen
timer
2:00

Slide 3 - Slide

lidwoorden
le bij mannelijk woord
la bij vrouwelijk woord
les bij meervoud

un= een mannelijk
une=een vrouwelijk


Slide 4 - Slide

welk lidwoord bij copain
A
le
B
la
C
les

Slide 5 - Quiz

welk lidwoord bij copine
A
le
B
la
C
les

Slide 6 - Quiz

welk lidwoord bij avion
A
le
B
la
C
les
D
l'

Slide 7 - Quiz

persoonlijke voornaamwoorden
ik=je
jij=tu
hij=il
zij=elle
nous/on =wij
vous=jullie
ils/elles=zij

Slide 8 - Slide

wij
A
vous
B
nous
C
il
D
ils

Slide 9 - Quiz

on betekent
A
hij
B
men
C
zij

Slide 10 - Quiz

être=zijn 
je suis
tu es
il est/elle est
nous sommes
vous êtes
ils/elles sont
avoir=hebben
j'ai
tu as
il/elle a
nous avons
vous avez
ils/elles ont

Slide 11 - Slide

j'.......... un chien (hond)
A
suis
B
ai
C
es

Slide 12 - Quiz

nous................une maison (huis)
A
sommes
B
êtes
C
avons
D
ont

Slide 13 - Quiz

Elles .........................à la maison (thuis)
A
sont
B
ont
C
sommes
D
est

Slide 14 - Quiz

passé composé
voltooid deelwoord, je hebt iets gedaan

werkwoord -er: -er eraf en streepje op e 
+ vorm van avoir
j'ai mangé

Slide 15 - Slide

hij heeft gegeten
A
il a manger
B
il est mangé
C
il a mangé
D
ils ont mangé

Slide 16 - Quiz

wij hebben gegeten
A
vous avez mangé
B
on a manger
C
on a mangé

Slide 17 - Quiz

bezittelijk voornaamwoord

mannelijk: mon, ton, son, notre votre, leur
vrouwelijk: ma, ta, sa, notre, votre, leur
meervoud: mes, tes, ses, nos, vos, leurs

Slide 18 - Slide

c'est .........................fille
A
mon
B
ma
C
mes

Slide 19 - Quiz

jouw broer
A
ta
B
ton
C
tes

Slide 20 - Quiz

zijn honden/chiens
A
sa
B
tes
C
leurs
D
ses

Slide 21 - Quiz

opdracht maken
gebruik A3 papier
opdracht grammaire
Inleveren met naam er op
op teams informatie


timer
5:00

Slide 22 - Slide

klaar?
Dan leren woordjes A, blz. 88

Slide 23 - Slide