5.2 Planten groeien

1 / 31
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo t, mavoLeerjaar 1

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Wat weet je nog van 5.1?
Herhaling

Slide 2 - Slide

Sleep de woorden naar de juiste plek
bloem
wortels
blad
stengel

Slide 3 - Drag question

Sleep de taken naar de juiste plek
1. Dit orgaan is voor de voortplanting. Hier ontstaan zaden, waaruit nieuwe planten groeien.
2. Water met mineralen opzuigen en verankering in de grond
3. Hierin lopen de nerven die zorgen voor vervoer van water en stoffen. Tussen de nerven zit bladmoes, daar maakt de plant zijn eigen voedingsstoffen.
4. Dit houdt de plant overeind. Hierin lopen dunne 'buisjes' die water en stoffen naar de bladeren en bloemen vervoeren.

Slide 4 - Drag question

Bladgroenkorrel
Celmembraan
Celkern
Vacuole
Cytoplasma
Celwand

Slide 5 - Drag question

Is het een houtachtige plant of een kruidachtige plant?
Kruidachtig
Houtachtig

Slide 6 - Drag question

Slide 7 - Video

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Welk onderdeel zorgt voor de opname van water en mineralen?
A
Wortel
B
Bloem
C
Bladeren
D
Stengel

Slide 12 - Quiz

Welke onderdeel vervoert water en voedingsstoffen?
A
Wortel
B
Bloem
C
Stengel
D
Bladeren

Slide 13 - Quiz

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Wat heeft een plant als eerste nodig om te ontkiemen?
A
Reservevoedsel
B
Aarde/grond
C
Water
D
Warmte

Slide 16 - Quiz

De zaadlobben zijn belangrijk in een zaadje omdat:
A
De zaadlobben energie geven voor het ontkiemen
B
De zaadlobben het kiemplantje beschermen
C
De zaadlobben veel water bevatten
D
De zaadlobben water in het zaadje toelaten

Slide 17 - Quiz

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Als het worteltje uit de boon naar buiten komt, noem je dat:
A
Groeien
B
Ontwikkelen
C
Leven
D
Voortplanten

Slide 21 - Quiz

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Hoe oud is deze zijtak?
A
1 jaar
B
2 jaar
C
3 jaar
D
4 jaar

Slide 24 - Quiz

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Slide

Aan welke delen kun je zien hoe oud een boom is?
A
De tak (ringlittekens)
B
De stam (jaarringen)
C
Zowel de stam als de takken
D
De hoeveelheid blad

Slide 27 - Quiz

Een jaarring bestaat uit een....
A
1 lichte en 1 donkere ring
B
2 lichte ringen
C
1 lichte of 1 donkere ring
D
2 donkere ringen

Slide 28 - Quiz

Wat heb je deze les geleerd?
Planten groeien

Slide 29 - Mind map

Slide 30 - Slide

Slide 31 - Slide