This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 5 videos.
Items in this lesson
Leerdoelen
- flauwvallen en bewusteloosheid
- stabiele zijligging
- rautekgreep
Slide 1 - Slide
Flauwvallen en bewusteloosheid
Om goed te kunnen handelen is het van belang dat je weet wat de verschillen zijn tussen flauwvallen en bewusteloosheid.
Slide 2 - Slide
Flauwte
Heel even te weinig bloed en dus te weinig zuurstof in je hersenen
Slide 3 - Slide
Oorzaken flauwte
Slide 4 - Mind map
Flauwte
Oorzaken: te weinig eten/drinken, oververhitting, stress, lage bloeddruk, angst en vermoeidheid.
Kenmerken:zweten, misselijkheid, duizeligheid, hoofdpijn,bleekheid, gapen en zwart zien voor de ogen.
Slide 5 - Slide
Flauw vallen voorkomen
Slachtoffer laten liggen
Gecontroleerd laten vallen met de Rautek methode
Geen 112 bellen (2 min wachten)
Weer flauw voelen dan opnieuw plat laten liggen
Slide 6 - Slide
Bewusteloosheid
Controleer ademhaling door gedurende 10 sec:
- kijken > of de borstkas omhoog gaat
- luisteren > aan mond en neus of je geluid hoort
- voelen > met je wang of er luchtstroom is
Slide 7 - Slide
Bewusteloosheid: Wat kun je doen?
Een slachtoffer dat bewusteloos is geraakt door schade aan de hersenen loopt gevaar. De tong kan achter in de keel zakken. Daardoor kan er geen lucht meer in de luchtpijp komen. Daarom leg je een bewusteloze in de stabiele zijligging. Door de stabiele zijligging hou je de luchtweg vrij.
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
wanneer het slachtoffer ademt
leg je hem haar in de stabiele zijligging
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
oefenen vaardigheid
- Oefen de stabiele
zijligging in tweetallen.
- Je oefent beide de stabiele
zijligging, dus wissel de
handeling ook om.
- Denk aan de vijf basisregels.
Slide 12 - Slide
Wat als het slachtoffer op zijn buik ligt?
Slide 13 - Slide
Slide 14 - Video
Wat moet je doen als je vermoedt dat het slachtoffer rug- of nekletsel heeft?