3.6 Schrijven les 2 - Bedrijvende en lijdende zinnen

In deze les 
Leren we over lijdende zinnen.
1 / 16
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

In deze les 
Leren we over lijdende zinnen.

Slide 1 - Slide

Formuleren: bedrijvende en lijdende zinnen.
Actieve zinnen - zinnen in de bedrijvende vorm - leggen de nadruk op de handelende persoon en zorgen daarmee voor een levendiger en persoonlijker tekst.

Passieve zinnen - zinnen in de lijdende vorm - zijn afstandelijker en formeler dan de actieve zin.

Slide 2 - Slide

lijdende zinnen
Je herkent lijdende zinnen aan de hulpwerkwoorden zijn of worden in combinatie met een voltooid deelwoord.

lijdende zinnen gebruik je als je geen nadruk wil leggen op de handelende persoon, bijvoorbeeld omdat je hem niet kent of als je de persoon niet wilt noemen.

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Het gras van onze tuin werd door de hovenier gemaaid.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 10 - Quiz

De rechercheur vond bloedspetters op de muur van de keuken.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 11 - Quiz

Dit werkstuk is door vier leerlingen uit mijn klas gemaakt.
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 12 - Quiz

Wis je alle mailadressen van je oude vrienden uit je bestand?
A
Lijdende vorm
B
Bedrijvende vorm

Slide 13 - Quiz

Zet om van bedrijvend naar lijdend:
Timo heeft tijdens de tekenles een mooie tekening gemaakt.

Slide 14 - Open question

Zet om van lijdend naar bedrijvend:
De hoge torens zijn door de deelnemers van Lego Masters gemaakt.

Slide 15 - Open question

Zet om:
De piano wordt elk jaar door de pianostemmer gestemd.

Slide 16 - Open question