4V M3 hoofdstuk 4 paragraaf 1

check en oefenen
1 / 20
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

This lesson contains 20 slides, with interactive quizzes and text slide.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

check en oefenen

Slide 1 - Slide

Welke deeltjes zorgen voor stroomgeleiding in een zoutoplossing?
A
atomen
B
moleculen
C
ionen
D
elektronen

Slide 2 - Quiz


H2O2
A
metaal
B
moleculaire stof
C
zout

Slide 3 - Quiz

Ag
A
metaal
B
moleculaire stof
C
zout

Slide 4 - Quiz

is een
NaBr
A
zout
B
moleculaire stof
C
metaal

Slide 5 - Quiz

Welk type binding komt voor in ijzer(II)chloride
A
Polaire atoombinding
B
vd Waalsbinding
C
Atoombindingen
D
Ionbinding

Slide 6 - Quiz

Geef de verhoudingsformule van
natriumjodide
A
NaI
B
Na2I

Slide 7 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van magnesiumchloride?
A
MgCl
B
Mg2Cl
C
MgCl2
D
Mg2Cl2

Slide 8 - Quiz

Wat is de juiste verhoudingsformule van tin(II)jodide ?
A
Sn2I2
B
Sn2I
C
SnI2
D
SnI

Slide 9 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van kaliumfluoride?
A
KF
B
K2F
C
KF2
D
K2F2

Slide 10 - Quiz

Wat is de juiste verhoudingsformule van ijzer (III) nitraat ?
A
Fe2(NO3)2
B
Fe(NO3)3
C
Fe(NO3)2
D
FeNO3

Slide 11 - Quiz

Wat is de verhoudingsformule van natriumsulfaat?
A
Na2S
B
Na2SO4
C
Na2SO3
D
NaSO4

Slide 12 - Quiz

De verhoudingsformule van ijzer(II)sulfaat is
A
Fe2SO4(s)
B
Fe2SO3(s)
C
FeSO4(s)
D
FeSO3(s)

Slide 13 - Quiz

Wat is de juiste verhoudingsformule van calciumfosfaat ?
A
Ca3(PO4)2
B
Ca(PO4)3
C
Ca2(PO4)3
D
Ca3PO42

Slide 14 - Quiz

Welke naam hoort bij deze verhoudingsformule:
AlBr3
A
aluminiumtribromide
B
aluminiumbromide

Slide 15 - Quiz

Welke naam hoort bij deze verhoudingsformule:
Cu2O
A
koper(II)oxide
B
koperoxide
C
koper(I)oxide
D
dikopermonoxide

Slide 16 - Quiz

Welke naam hoort bij deze verhoudingsformule:
BaS
A
bariumsulfide
B
bariumzwavel
C
bariumsulfiet
D
bariumsulfaat

Slide 17 - Quiz

Welke naam hoort bij deze verhoudingsformule:
Na2SO4
A
natriumsulfide
B
dinatriumsulfide
C
dinatriumsulfaat
D
natriumsulfaat

Slide 18 - Quiz

Wat is de naam van het zout met de formule?
Sn3(PO4)2
A
stikstofcarbonaat
B
tin(II)sulfaat
C
tin(II)fosfaat
D
tin(IV)fosfaat

Slide 19 - Quiz

Wat is de juiste naam van dit zout?

Hg(NO3)2
A
Kwiknitriet
B
Kwikdinitraat
C
Kwik(II)nitriet
D
Kwik(II)nitraat

Slide 20 - Quiz