Zet de antwoorden op de volgende vragen in je schrift. Gebruik de klimaattabel van Köppen.
1) Bij welke hoofdklimaten valt er neerslag in alle jaargetijden?
2) Neem over en vul in: "Nederland heeft een ........ klimaat met neerslag in .................
3) Hoe kan je in een klimaatgrafiek het verschil zien tussen een landklimaat en een zeeklimaat?
5) Waarom denk je dat er op een savanne wèl bomen groeien, en op een steppe niet?
6) Als er in een gebied 200-400mm neerslag per jaar valt, is het dan altijd een BS klimaat? Leg je antwoord uit.