H3 paragraaf 4

1 / 13
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 4

This lesson contains 13 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Weten we het nog?
Oefenen op examenniveau

Slide 2 - Slide

Erik verkoopt handdoeken. Dit zijn de gegevens
van de afgelopen maand:
Afzet 200 stuks
verkoopprijs €9,-
Inkoopprijs €2,-
Bedrijfskosten €400
Bereken de omzet

Slide 3 - Open question

Erik verkoopt handdoeken. Dit zijn de gegevens
van de afgelopen maand:
Afzet 200 stuks
verkoopprijs €9,-
Inkoopprijs €2,-
Bedrijfskosten €400
Bereken de inkoopwaarde van de omzet.

Slide 4 - Open question

Erik verkoopt handdoeken. Dit zijn de gegevens
van de afgelopen maand:
Afzet 200 stuks
Brutowinst: €1.400,-
Bedrijfskosten €400
Bereken het nettoresultaat

Slide 5 - Open question

Erik verkoopt handdoeken. Dit zijn de gegevens
van de afgelopen maand:
verkoopprijs €9,-
de btw bedraagt 21%.
Bereken de consumentenprijs.

Slide 6 - Open question

Erik wil van een fysieke winkel overstappen op een online webshop.
Leg uit op welke soort bedrijfskosten Erik hiermee kan bespraken.

Slide 7 - Open question

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Video

Slide 10 - Slide

In de binnenstad van Kampen zijn
verschillende restaurants te vinden.
Elk restaurant heeft zijn eigen speciteiten.
Zo is er een chinees, italiaan en een
pannenkoekenresstaurent.
Van welke marktvorm is er sprake
op de markt voor restaurants in Kampen?
A
volkomen concurrentie
B
monopolistische concurrentie
C
oligopolie
D
monopolie

Slide 11 - Quiz

Op de markt van volkomen concurrentie:

A
Kunnen bedrijven zelf een prijs bepalen.
B
Hebben individuele aanbieders veel macht
C
Hebben individuele aanbieders nauwelijks invloed op de prijs

Slide 12 - Quiz

Als een consument een nieuwe fiets wil,
zal hij eerst moeten beslissen welk type
fiets hij wil aanschaffen (elektrische fiets,
mountainbike, stadsfiets etc.)
Als hij de keuze heeft gemaakt, kan hij
vervolgens kiezen uit 4 grote merken.

Van welke marktvorm is er sprake op de fietsenmarkt?
A
volkomen concurrentie
B
monopolistische concurrentie
C
oligopolie
D
monopolie

Slide 13 - Quiz