2MH.1.3+1.4 - Ademhalingsstelsel + Ademhalen

Fijn dat je er bent!
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

Fijn dat je er bent!

Slide 1 - Slide

Geef de formule van fotosynthese

Slide 2 - Open question

Geef de formule van verbranding

Slide 3 - Open question

1.3 Het ademhalingsstelsel

Slide 4 - Slide

Leerdoel:
5. Je kunt de delen van het ademhalingsstelsel benoemen met hun kenmerken en functies.

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Waarom je beter door je neus dan door de mond adem kan halen.

1. De lucht wordt schoongemaakt.

2. De lucht wordt verwarmd.

3. De lucht wordt vochtig gemaakt.

4. De lucht wordt gekeurd.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Wat is geen reden om door je neus adem te halen.
A
De lucht wordt vochtig gemaakt.
B
De lucht wordt schoon gemaakt.
C
Het voorkomt kwijlen.
D
De lucht wordt gekeurd.

Slide 13 - Quiz

Wat produceert het neusslijmvlies?
A
slijmproducerende-cellen
B
snot
C
water
D
verbranding

Slide 14 - Quiz

In de longblaasjes vind 'gaswisseling' plaats.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Welke vorm hebben de kraakbeenringen in de luchtpijp?
A
rond
B
langwerpig
C
hoefijzer
D
Er zit geen kraakbeen in de luchtpijp

Slide 16 - Quiz

Werk aan de opdrachten van basisstof 3. 
timer
10:00

Slide 17 - Slide

1.4 ademhalen

Slide 18 - Slide

Leerdoel:
6. Je kunt de verschillen noemen tussen ingeademde lucht en uitgeademde lucht.
7. Je kunt beschrijven hoe een inademing en een uitademing tot stand komen.

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

Waarom zijn de wanden van de longblaasjes zo dun?
A
Dan heb je meer ruimte voor de longblaasjes.
B
Daardoor heb je heel veel longblaasjes.
C
Daardoor gaat de gaswisseling snel.
D
Er is geen reden.

Slide 25 - Quiz

Je zuigt lucht naar binnen, waardoor de longen groter worden.
A
juist
B
onjuist

Slide 26 - Quiz

Huiswerk
  • Markeer de belangrijke stukken tekst van 1.3 en 1.4
  • Maak de opdrachten van 1.3 en 1.4
  • Maak de 'Test jezelf'
  •  Leer 1.1 t/m 1.4

Slide 27 - Slide