'Oordeel me niet naar mijn succes, maar naar het aantal keren dat ik ben gevallen en opnieuw ben opgestaan'
- Nelson Mandela (Zuid-Afrikaanse politicus en anti-apartheidsstrijder 1918-2013)
1 / 17
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 4
This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
Bij het einde van de timer
Stil
Ipad plat op tafel
Mobieltje weg
Klassenregels:
We gaan tijdens de les niet naar de wc
We blijven van elkaar af
Tijdens de les is het stil
We letten op ons taalgebruik
timer
5:00
Opnieuw beginnen
'Oordeel me niet naar mijn succes, maar naar het aantal keren dat ik ben gevallen en opnieuw ben opgestaan'
- Nelson Mandela (Zuid-Afrikaanse politicus en anti-apartheidsstrijder 1918-2013)
Slide 1 - Slide
Aankomsts
Advocaat
Verpleegkundige
Vluchtelingenwerk
6 dagen rust voordat de procedure begint
Slide 2 - Slide
Asielprocdure
Eerste gehoor IND
Tweede gehoor IND
IND neemt besluit
De zaak verschijnt voor de rechter
1 maand tot 2 jaar
Slide 3 - Slide
Besluit
Toewijzing Asiel; inburgering begint
Afwijzing asiel; uitzetting wordt ingang gezet
Uitstel beslssing; onduidelijkheid bij IND/rechter
Slide 4 - Slide
Integratie
Inburgeren (inburgerinsexamen)
Schrijven
Spreken
Luistervaardigheid
Leesvaardigheid
Kennis Nederlandse maatschappij
Slide 5 - Slide
Wat betekent het om Nederlander te zijn?
Slide 6 - Mind map
1. Welke kolonie van Nederland werd vlak na de Tweede Wereldoorlog onafhankelijk?
A
Indonesië
B
Suriname
C
Curaçao
Slide 7 - Quiz
2. Zara en Fatma kijken naar het journaal. Het gaat over de Europese Unie. Fatma vraagt: “Waarom is Nederland lid van de Europese Unie?” Wat kan Zara het beste zeggen?
A
Dan werken alle legers van Europa samen.
B
Dat is verplicht voor alle Europese landen.
C
Het is goed voor de Nederlandse economie.
Slide 8 - Quiz
3. Daarna gaat het over het bestuur van Drenthe. Fatma vraagt: “Wat doet dat bestuur?” Wat kan Zara het beste zeggen?
A
Ze bedenken waar nieuwe huizen komen.
B
Ze maken wetten over bouwen en verbouwen.
C
Ze zeggen of je jouw huis mag verbouwen.
Slide 9 - Quiz
4. Mo heeft een ondernemingsplan geschreven. Daar staat in wat hij gaat verkopen en wat hij denkt te gaan verdienen. Waarom heeft Mo dit nodig?
A
Om een winkel te mogen kopen van de gemeente.
B
Om geld te kunnen lenen bij de bank.
C
Om zich in te schrijven bij de Kamer van Koophandel.
Slide 10 - Quiz
5. Mehmet leest een folder van een politieke partij. Mehmet vraagt aan Mo: “Wat is passief kiesrecht?” Wat kan Mo het beste zeggen?
A
Andere mensen mogen op jou stemmen.
B
Je mag alleen stemmen in je eigen gemeente.
C
Je mag stemmen, maar niemand mag jou kiezen.
Slide 11 - Quiz
6. Zara en Ali praten over naturalisatie. Naturalisatie heeft voor- en nadelen. Wat is een voordeel voor Zara en Ali?
A
Ze krijgen een nieuw huis.
B
Ze krijgen meer salaris.
C
Ze mogen meedoen aan alle verkiezingen.
Slide 12 - Quiz
7. Fatma komt haar buren tegen op de galerij en komt erachter dat Peter en Su niet getrouwd zijn. Dat vindt Fatma raar. Wat kan ze het beste doen?
A
Niet meer met Peter en Su praten.
B
Niets laten merken aan Peter en Su.
C
Peter en Su vertellen wat ze vindt.
Slide 13 - Quiz
8. Waar woont de koning van Nederland?
A
Noord-Holland
B
Zuid-Holland
Slide 14 - Quiz
9. Yasmines moeder is zo vergeetachtig dat ze niet meer voor zichzelf kan zorgen. Wat doet Yasmine?
A
Ze geeft haar moeder haar logeerkamer.
B
Ze probeert een plaats voor haar moeder te vinden in een verzorgingshuis.
C
Ze probeert haar moeder op te laten nemen in het ziekenhuis.
Slide 15 - Quiz
10. Monica was in Brazilië gediplomeerd verpleegkundige. Ze wil in Nederland hetzelfde werk doen. Wat is haar eerste stap?
A
Ze schrijft zich als eerstejaars in bij een opleiding verpleegkunde.
B
Ze neemt contact op met een instantie die buitenlandse diploma’s met Nederlandse kan vergelijken.
C
Ze solliciteert als alfahulp bij een instelling voor thuiszorg.