Nakijken grammatica H2 opdr 6
1 surfplank, hand, buurman, hand, lucht, surfers, recordbrekers, Californië, supersurfplank, seconden, golven, wereldrecord, mensen, surfboard, mensen.
2 a Ja.
b In zin 3 staan een persoonsvorm (hebben) en een voltooid deelwoord (getrotseerd). De persoonsvorm hebben is het hulpwerkwoord.
3 Persoonlijk vnw: ze, ze, ze
Bezittelijk vnw: hun
4 op, Met, in, in, op, met, op, met
5 a Nee.
b In is een deel van het scheidbare werkwoord inchecken.