This lesson contains 15 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Items in this lesson
H4 Economische dimensie - 2
Slide 1 - Slide
Korte herhaling
Economische indicatoren
Nadelen BNP/hoofd
Verdeling beroepsbevolking
Meten van welvaart en welzijn
Slide 2 - Slide
Meten van welvaart met economische indicatoren
Beperkingen van het BNP/hoofd:
het is een gemiddelde en laat evt. regionale verschillen niet zien
het is een gemiddelde en laat dus niets zien van evt. sociale ongelijkheid
de informele sector wordt niet meegerekend
er wordt geen rekening gehouden met de koopkracht
Deel van de beroepen die niet officieel staan geregistreerd. Mensen die hierin werken staan niet als werkende bekend, betalen geen belasting en dragen zo niet bij tot het Bruto Nationaal Product. Voorbeelden: sigaretten- en krantenverkopers, schoenenpoetsers, enz.
Koopkracht is het inkomen uitgedrukt in de hoeveelheid goederen die ermee gekocht kan worden
Slide 3 - Slide
Meten van welvaart met economische indicatoren
Verdeling van de beroepsbevolking
Percentage van de bevolking dat werkzaam is in de primaire, secundaire en tertiaire sector
Vroeger kon je zeggen: hoe rijker een land, hoe groter het aandeel van de beroepsbevolking dat werkt in de tertiaire sector. Dit beeld klopt niet meer. Reden is dat door urbanisatie de informele sector enorm is gegroeid.
Slide 4 - Slide
Welke letter past bij welk land?
A
A=1 B=2 C=3
B
A=2 B=1 C=3
C
A=3 B=1 C=2
D
A=3 B=2 C=1
Slide 5 - Quiz
Welk gegeven uit de tabel verklaart het beste dat de informele sector in Guatemala zeer uitgebreid moet zijn?
Slide 6 - Open question
De sociale ongelijkheid in Guatemala is hoog. Hoe blijkt dat uit de gegevens?
Slide 7 - Open question
Welke economische indicator kun je het beste gebruiken om welvaart te meten?
Slide 8 - Open question
Heb je behoefte aan meer uitleg?
Bekijk dan deze korte video's
Hoe meet je welvaart?
Hoe meet je welzijn?
Slide 9 - Slide
Internationale arbeidsverdeling
Bekijk de video uitleg op de volgende slide >>>
Slide 10 - Slide
Slide 11 - Video
Aan de slag!
Lees paragraaf 4.3 en 4.4 in je I-Book
Maak de opdrachten 29 en 30 uit je werkboek. De atlaskaarten die je nodig hebt voor opdracht 29 vind je op de volgende slides