This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Toetsweek Hoofdstuk 5
Slide 1 - Slide
Hoe bereken je de brutowinst?
Brutowinst = ...
A
Inkoopwaarde - Omzet
B
Omzet - Bedrijfskosten
C
Omzet + Winst
D
Omzet - Inkoopwaarde
Slide 2 - Quiz
Hoe bereken je de brutowinst?
Omzet - inkoopwaarde van de omzet = brutowinst
Slide 3 - Slide
Vaste kosten zijn:
A
Kosten die afhangen van de omvang van de productie of de afzet.
B
Kosten die niet afhangen van de omvang van de productie of de afzet.
C
Kosten die afhangen van de omvang van de bananen of aardbeien.
D
Geen idee
Slide 4 - Quiz
Vaste kosten
bedrijfskosten kunnen worden onderverdeeld in vaste- en variabele kosten.
Vaste kosten zijn kosten zijn er altijd. Bijvoorbeeld kosten voor verzekeringen, gas, water en licht. Dit is dus niet afhankelijk van de omvang van de productie.
Slide 5 - Slide
3. Wat zijn 2 voorbeelden van een volksverzekering.
A
AOW + WW
B
AOW + Anw
C
WW + WiA
D
Anw + WiA
Slide 6 - Quiz
Premies
premies werknemersverzekeringen betaald door de werkgever
Bijv. WW en WIA
premies volksverzekeringen betaald door de werknemers
Bijv. AOW and ANW
Slide 7 - Slide
Mechanisatie is:
A
Het vervangen van machines door mensen
B
Het vervangen van eindproducten door machines
C
Het vervangen van machines door computers
D
Het vervangen van arbeid door mensen door machines
Slide 8 - Quiz
Mechanisatie
Lichamelijke arbeid wordt vervangen door machines.
Slide 9 - Slide
Bereken de netto winst of het netto verlies
Slide 10 - Open question
Nettowinst berekenen
Omzet ( Aantal verkochte producten x Verkoopprijs) Inkoopwaarde ( Aantal verkochte producten x Inkoopprijs ) - Brutowinst ( Omzet - Inkoopwaarde )
Arbeidsproductiviteit is de productie per werknemer in een bepaalde tijd.
Bedrijven willen het liefst een zo hoog mogelijke arbeidsproductiviteit.
Arbeidsproductiviteit = totale productie : aantal werknemers
Slide 14 - Slide
Wat is BTW?
Slide 15 - Open question
BTW
Belasting over de toegevoegde waarde.
De BTW verandert de winst niet
(geen kosten of opbrengsten)
De ondernemer is bij het verrekenen van de BTW een verlengstuk van de Belastingdienst
Slide 16 - Slide
Hoeveel winst maakt een bedrijf?
Stap 3: Bereken de winst of het verlies. Totale opbrengsten (omzet) - totale kosten = resultaat.
De btw telt nooit mee bij de winst of het verlies van een onderneming. Dit geld gaat naar de belastingdienst.
timer
1:00
Slide 17 - Slide
Een consument voelt zich benadeeld, vooral doordat de verpakking van de Toblerone-reep even groot is gebleven. Welke twee marketinginstrumenten past Toblerone hier toe?
A
plaatsbeleid en productbeleid
B
plaatsbeleid en promotiebeleid
C
productbeleid en prijsbeleid
D
promotiebeleid en prijsbeleid
Slide 18 - Quiz
Marketingmix ( COMBINATIE 5 P'S)
Personeel
Product
Prijs
Promotie
Plaats
Slide 19 - Slide
prijsbeleid:
Hetzelfde product aanbieden tegen verschillende prijzen
Voorbeelden:
verschillende klantgroepen (korting voor studenten of ouderen)
tijdstippen: in het weekend duurder dan door de weeks