cours de français - 30/3/23

1 / 54
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1

This lesson contains 54 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Afspraken
1. Respectvol gedrag
2. Vinger opsteken
3. Geen kwetsende opmerkingen naar elkaar
4. Stil zijn als iemand anders praat
5. Goed je best doen :)

Slide 5 - Slide

Le programme d'aujourd'hui
1. SO Vocabulaire et phrases-clés chapitre 1
2. Corriger les devoirs d'hier (gisteren)
(3. Jeu)

Slide 6 - Slide

SO vocabulaire et phrases-clés

Slide 7 - Slide

Apprendre vocabulaire et phrases-clés

1. Jezelf overhoren (hand voor de antwoorden houden)
2. Franse woorden overschrijven voor de juiste spelling
3. Online oefenprogramma zoals WRTS of Slim Stampen
4. Ezelsbruggetjes bedenken voor de woorden
5. Zoeken naar leenwoorden uit het Engels of andere talen, zoals 'la photo, la famille'

Slide 8 - Slide

Au travail :)
Wat: apprendre vocabulaire et phrases-clés chapitre 1 
Hoe: in je boek op pagina 52-54 en in stilte
Hulp: la prof
Tijd: 5 minutes



timer
5:00

Slide 9 - Slide

Contrôle chapitre 1
Regels:

1. Volledige stilte de gehele tijd --> consequentie
2. Geen (non-)verbale communicatie met elkaar
3. Niet spieken!! 


Slide 10 - Slide

Contrôle chapitre 1
Hulp:

1. Als je een vraag niet weet, blijf hier niet in hangen en ga naar de volgende
2. Blijf rustig en denk goed na!
3. Gebruik de volledige tijd en controleer je toets


Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Contrôle chapitre 1
Individuellement et en silence!

Fini? (klaar?): 
1. leg je toets in de hoek van je tafel en laat de docent de toets ophalen.
2. Pak je leesboek erbij en blijf rustig in stilte lezen tot iedereen klaar is

timer
20:00

Slide 13 - Slide

Les devoirs

- Faire (maken) exercice 23, 24, 25, 26
- Apprendre phrases-clés G
 :)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Link

Les devoirs pour la semaine prochaine


  • Rien! (Niks)
  •  :)

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Activité 1

Wat: Écris tous les leenwoorden du vocabulaire A, B, E et F
Hoe: dans ton livre à la page 52-53 et dans ton cahier 
EN DUO! 
__________________________________________________________________
Het duo dat nadat de timer afgaat de meeste correcte leenwoorden heeft gewonnen, wint!


timer
5:00

Slide 18 - Slide

Activité 2

Wat: Regarde le tableau. Dessine le mot du vocabulaire que tu vois (die jij ziet)
Hoe: dans ton cahier, sans (zonder) livre! 
Individuellement! 
__________________________________________________________________
Il y a 10 mots!


timer
1:00

Slide 19 - Slide

Activité 2
1. La piscine!
timer
1:00

Slide 20 - Slide

Activité 2
2. Le chat!
timer
1:00

Slide 21 - Slide

Activité 2
3. La plage!
timer
1:00

Slide 22 - Slide

Activité 2
4. Le jardin!
timer
1:00

Slide 23 - Slide

Activité 2
5. Le dessin!
timer
1:00

Slide 24 - Slide

Activité 2
6. Le message!
timer
1:00

Slide 25 - Slide

Activité 2
7. Le prix!
timer
1:00

Slide 26 - Slide

Activité 2
8. Les vacances!
timer
1:00

Slide 27 - Slide

Activité 2
9. Le grand poisson!
timer
1:00

Slide 28 - Slide

Activité 2
10. La petite tente!
timer
1:00

Slide 29 - Slide

Activité 3

Wat: Fais un arbre de ta famille (stamboom) en utilisant (terwijl je gebruik maakt van) vocabulaire F. Dessine ta famille et écris les noms
Hoe: dans ton cahier, avec livre! 
Individuellement! 
Attention: dessine et écris aussi les animaux! 


timer
10:00

Slide 30 - Slide

1. Dessine un membre de ta famille
2. Écris le nom
'Nicolas'
3. Écris le lien avec toi
'mon frère'

Utilise vocabulaire F

Slide 31 - Slide

Activité 3

Wat: Fais un arbre de ta famille (stamboom) en utilisant vocabulaire F. Dessine ta famille et écris les noms
Hoe: dans ton cahier, avec livre! 
Individuellement! 
__________________________________________________________________
Attention: dessine et écris aussi les animaux! 


timer
10:00

Slide 32 - Slide

Le vocabulaire
Er komt zo op het bord een Frans woord uit de vocabulaire en een mogelijke vertaling.
Klopt de vertaling bij het Franse woord? Ga staan
Klopt de vertaling NIET? Blijf zitten
timer
0:10

Slide 33 - Slide

Vous êtes prêts? 
Zijn jullie er klaar voor?

Slide 34 - Slide

Zijn alle boeken dicht?

Slide 35 - Slide

Is iedereen stil?

Slide 36 - Slide

La plage
A
de zee
B
het strand

Slide 37 - Quiz

Le problème
A
het probleem
B
het ding

Slide 38 - Quiz

le message
A
het bericht
B
de massage

Slide 39 - Quiz

Le truc
A
de zee
B
het ding

Slide 40 - Quiz

regarde
A
kijk
B
help

Slide 41 - Quiz

merci
A
bedankt
B
niets te danken

Slide 42 - Quiz

aider
A
helpen
B
kijken

Slide 43 - Quiz

De rien
A
bedankt
B
niets te danken

Slide 44 - Quiz

aujourd'hui
A
vandaag
B
morgen

Slide 45 - Quiz

peut-être
A
hier is
B
misschien

Slide 46 - Quiz

Demain
A
morgen
B
vandaag

Slide 47 - Quiz

beaucoup
A
veel
B
weinig

Slide 48 - Quiz

dans
A
iets
B
in

Slide 49 - Quiz

quelque chose
A
iets
B
mooi

Slide 50 - Quiz

Slide 51 - Slide

timer
1:00

Slide 52 - Slide

Le jeu de chiffres!

1. on va compter (tellen) ensemble (1-20)

2. on ne peux que (slechts) parler une fois

3. si deux élèves parlent en même temps, on a perdu (verloren) :(...

Slide 53 - Slide

Slide 54 - Slide