2.5, Geboorte

Indeling voor na de start
Groep 1: voorste 2 a 3 rijen bij het whitebord: doen mee met de uitleg.
Groep 2: doen mee met de aantekeningen, gaan daarna zelfstandig aan het werk
Groep 3: achterste rijen: zoveel mogelijk alleen zitten: zelfstandig aan het werk
1 / 40
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo k, gLeerjaar 3

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Indeling voor na de start
Groep 1: voorste 2 a 3 rijen bij het whitebord: doen mee met de uitleg.
Groep 2: doen mee met de aantekeningen, gaan daarna zelfstandig aan het werk
Groep 3: achterste rijen: zoveel mogelijk alleen zitten: zelfstandig aan het werk

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
  • Herhalen vorige les
  • leerdoelen vandaag
  • 2.5 geboorte
  • Iedereen aan de slag / tijd voor hulp en extra uitleg.

Slide 2 - Slide

Wanneer is de ovulatie?

Slide 3 - Mind map

Hoe komt een baby in de buik aan zijn voedingsstoffen?
A
uit het vruchtwater
B
via de navelstreng
C
heeft hij niet nodig
D
bezorgdienst Albert Heijn

Slide 4 - Quiz

2.5 Geboorte en verdere ontwikkeling
Ga je zelfstandig aan het werk? Pak je boek,
omcirkel de volgende opdrachten: 1.2.3.4.5.6

Lees. blz. 108 t/m 112

Slide 5 - Slide

Leerdoel
2.5.1 Je kunt beschrijven welke fasen tijdens de geboorte worden doorlopen.

Slide 6 - Slide

Aantekening. Pak je schrift

Slide 7 - Slide

normale ligging
(hoofdje komt eerst) 

stuitligging
(kontje of voetjes van baby komen eerst) 

Slide 8 - Slide

1. ontsluiting
De bevalling begint met weeën: samentrekkingen van de baarmoederwand.
Door de weeën wordt de baarmoedermond wijder: ontsluiting.
De vruchtvliezen breken meestal tijdens de ontsluiting.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Indaling (paar week voor bevalling) zakt het hoofdje in het bekken van de moeder

Slide 11 - Slide

Ontsluiting
  • Door weeën gaat de baarmoedermond open
  • Vruchtvliezen breken

Slide 12 - Slide

Uitdrijving
  • de baarmoedermond moet eerst ver genoeg open
  • dan duwen pers weeën de baby naar buiten

Slide 13 - Slide

De fases van de geboorte

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Nageboorte
  • Wee duwt de placenta, vruchtvliezen en de rest van de navelstreng naar buiten

Slide 16 - Slide

0

Slide 17 - Video

Slide 18 - Video


Slide 19 - Slide

Slide 20 - Video

Aan de slag!
Pak je boek er bij, ga naar 2.5 (blz. 108 t/m 111)

Maak opdracht 1.3.4.5.6 in je boek
 

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

Bij een normale geboorte komt het hoofdje eerst naar buiten.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 23 - Quiz

Zet de plaatjes in de goede volgorde
Fase 1
Fase 2
Fase 3
Fase 4
Fase 5
Fase 6

Slide 24 - Drag question


Tijdens welke fase verlaat de placenta het moederlichaam?
A
weeën
B
na de geboorte (nageboorte)
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 25 - Quiz

Hoe ligt een kind meestal vlak voor de geboorte?


A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 26 - Quiz

Tijdens welke fase van de geboorte treden krachtige persweeën op?
A
uitdrijving
B
ontsluiting
C
nageboorte

Slide 27 - Quiz



Welke fase van de geboorte
zie je op de afbeelding?
A
weeën
B
nageboorte
C
ontsluiting
D
uitdrijving

Slide 28 - Quiz

hoe noem je de fasen 5/6, als het kindje naar buiten begint te komen?
A
Geboorte
B
Uitdrijving
C
Perswee
D
Ontsluiting

Slide 29 - Quiz

Wat zijn weeën?
A
Ontsluiting
B
Eerste verschijnselen van de bevalling
C
Samentrekkingen van de baarmoederwand
D
Baby's die verkeerd om in de buik liggen

Slide 30 - Quiz

Hoe heet het als een baby met het hoofdje naar boven ligt?
A
Zuidligging
B
Noordligging
C
Stuitligging
D
Staatligging

Slide 31 - Quiz

Levensfasen

Slide 32 - Slide

Levensfasen

Slide 33 - Slide

Levensfasen
Levensfasen

Slide 34 - Slide

Wat is de juiste volgorde van levensfasen.
A
Baby, peuter, kleuter, kind, adolescent, puber, volwassene, oudere
B
Baby, kleuter, peuter, kind, puber, adolescent, volwassene, oudere
C
Baby, peuter, kleuter, kind, puber, adolescent, volwassene, oudere
D
Baby, kleuter, peuter, kind, adolescent, puber, volwassene, oudere

Slide 35 - Quiz

Hoort het bij lichamelijke of geestelijke ontwikkeling?

De baby herkent zijn oma.
A
geestelijk
B
lichamelijk

Slide 36 - Quiz

Veranderingen in de bouw van een organisme noem je:
A
kieming
B
ontwikkeling
C
aanpassing
D
wijziging

Slide 37 - Quiz

Wat is jouw volgende levensfase?
A
kind
B
adolescent
C
puber
D
oudere

Slide 38 - Quiz

In welke levensfase leer je lezen, schrijven en rekenen?
A
peuter
B
kleuter
C
kind
D
puber

Slide 39 - Quiz

Wat hoort bij geestelijke ontwikkeling?
A
gevoelsleven
B
groeien
C
levenscyclus
D
groeispurt

Slide 40 - Quiz