This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.
Lesson duration is: 80 min
Items in this lesson
In het begin
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
Terug- en vooruitblik
Leerdoelen
'Schepping' - wat?
'Schepping' - wie?
Schepping vs. Evolutie
Afsluiting
Slide 2 - Slide
Terug- en vooruitblik
De leerlingen die herkansen maken de toets van 'de Bijbel'. De andere maken een proeftoets van 'In het begin'
Slide 3 - Slide
Leerdoelen - H1
Je kunt uitleggen waarom Genesis het boek van het begin is.
Je kunt vertellen wat er op elke dag van de schepping gebeurde.
Je kunt de scheppingsdagen in een schema zetten.
Je kunt vertellen op welke manier God de wereld schiep.
Slide 4 - Slide
Leerdoelen - H2
Je kunt uitleggen dat de mens een speciale plek in de schepping heeft;
Je kunt benoemen welke taken God de mens geeft;
Je kunt drie manieren bedenken waarop jij de taak van rentmeester uit kunt voeren.
Slide 5 - Slide
Genesis - begin
God schiep de wereld in zes dagen.
Schrijf in opdracht 1.2 de titels voor iedere scheppingsdag.
Tekening nog niet maken.
Slide 6 - Slide
Ezelsbruggetje:
1e dag Licht
2e dag Lucht
3e dag Land en plant
4e dag Lichtdragers
5e dag Lucht- en waterdieren
6e dag Landdieren en de mens
Slide 7 - Slide
Uitleg hfst. 1
Genesis = 'begin', 'ontstaan' of 'wording'
Scheppen = iets tevoorschijn roepen dat er eerst niet was
Slide 8 - Slide
Uitleg 7e dag - rustdag
Op de 7e dag 'rustte' God
Rusten = God geniet van Zijn scheppingswerk
Gods rustdag en onze zondag:
- ook wij hebben een dag rust nodig
- 1 dag geen alledaagse dingen, maar toewijding aan God
Slide 9 - Slide
Uitleg 2.2 Onderkoningen
Adam is geschapen naar Gods beeld:
niet in uiterlijk, maar in innerlijk
kennis: Adam kende God;
gerechtigheid: Adam kon God recht in de ogen kijken;
heiligheid: Adam was zonder zonde
Slide 10 - Slide
Uitleg 2.2 Rentmeesters
God stelde de mens aan als rentmeester (beheerders) over de schepping.
De mens moet de aarde bebouwen en bewaren:
Bebouwen: de aarde gebruiken, je talenten gebruiken
Bewaren: zorgen voor de aarde, planten en dieren
Door als goede rentmeester te leven, eer je God!
Slide 11 - Slide
Opdracht
Maak opdracht 2.1 en 2.2
Slide 12 - Slide
Uitleg Opdracht 2.1-2.2
1 b) De mens is geschapen naar het beeld van God. Hij lijkt op God in innerlijk en in zijn doen. Voor zijn daden is de mens ook verantwoordelijk. Dit alles hebben dieren niet.
2.2 a. bijv. Gods Naam is machtig op heel de aarde – Hij heeft de maan en de sterren aan de hemel bevestigd – Hij heeft de mens bijna een god gemaakt.
b) Dat God de mens bijna een god heeft gemaakt en het werk van Zijn handen heeft toevertrouwd aan de mens. God heeft de mens gekroond met glans en glorie.
Slide 13 - Slide
Complimenten
Werk in tweetallen
Schrijf drie complimenten op bij de volgende categorieën :
1e categorie: Karakter/persoon
2e categorie: Hobby’s/ talenten
3e categorie: overige complimenten
Slide 14 - Slide
Noteer 3 dingen die je hebt geleerd over de schepping en doel van de mens.
Slide 15 - Open question
Bladzijde 10
Slide 16 - Slide
Slide 17 - Video
Evolutie... leer? isme?
Evolutieleer: wetenschappelijke theorie dat alles langzaam (geleidelijk) is ontstaan.
Evolutionisme: 'geloof'(levensbeschouwing) die gelooft dat alles toevallig is ontstaan door evolutie en dat God niet bestaat.
Slide 18 - Slide
Slide 19 - Video
Schepping en/of evolutie
Bedenk in tweetallen drie verschillen
Slide 20 - Slide
Keuzeopdracht:
Kies één van de volgende opdrachten en maak deze:
- Rentmeesterschap (blz. 30)
- Psalm 104 (blz. 35)
- Rustdag (blz. 37)
Slide 21 - Slide
Quiz
Slide 22 - Slide
Wat schiep God de eerste dag?
A
Licht
B
Lucht
C
Land en plant
D
De mens
Slide 23 - Quiz
In hoeveel dagen schiep God alles?
A
4
B
5
C
6
D
7
Slide 24 - Quiz
Naar wiens beeld werd de mens geschapen?
A
Geen beeld
B
Gods beeld
C
Beeld van een dier
D
Beeld van een engel
Slide 25 - Quiz
Wat deed God op de zevende dag?
A
Scheppen
B
Slapen
C
Vernietigen
D
Rusten
Slide 26 - Quiz
Wie werd het eerst geschapen?
A
Adam
B
Eva
C
Kaïn
D
Abel
Slide 27 - Quiz
Uit wat werd Adam gemaakt?
A
Uit een rib
B
Uit speeksel
C
Uit niets
D
Uit stof
Slide 28 - Quiz
Hoe heette de boom waar Adam en Eva niet van mochten eten?
A
De boom des levens
B
De boom van kennis
C
De boom van kennis van goed en kwaad
D
De boom van het kwaad
Slide 29 - Quiz
Welk dier kon in het paradijs spreken?
A
De aap
B
De slang
C
De gnoe
D
De zebra
Slide 30 - Quiz
Wie werd het eerst door de slang verleidt?
A
De aap
B
De engel Michaël
C
Adam
D
Eva
Slide 31 - Quiz
Wat deed God met Adam en Eva na het eten van de verboden vrucht?