4: tekstdoelen en tekstsoorten les 2

Start tekstdoelen
Ik ken de vijf tekstdoelen 
Ik kan voorbeelden geven bij een bepaald tekstdoel.
Herhaling tekstdoelen
Nederlands
Individueel: blz. 28 opdr. 5 en opdr. 7
Klaar? Nakijken met nakijkboekjes
Hebben we alle doelen behaald?
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Start tekstdoelen
Ik ken de vijf tekstdoelen 
Ik kan voorbeelden geven bij een bepaald tekstdoel.
Herhaling tekstdoelen
Nederlands
Individueel: blz. 28 opdr. 5 en opdr. 7
Klaar? Nakijken met nakijkboekjes
Hebben we alle doelen behaald?

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Woord van de week

1. betekenis
2. zin maken

Slide 2 - Slide

cliché:
afgezaagde uitdrukking die iedereen wel kent 

vb: dat de appel niet ver van de boom valt, is een cliché 
Schema 
Woord van de week
Jayden C
2 nov
Leanne
11 okt
Anna
14 dec
Thijs
7 dec
Jayden MW
4 okt
Nonvi
9 nov
Jippe
30 nov
Kalle
16 nov
Tristan
23 nov
Yavor
18 okt

Slide 3 - Slide

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
A
Voor wie de tekst bedoeld is.
B
Dat ik -u- en -jij- gebruik in mijn tekst.
C
Dat wat de schrijver met zijn tekst wil bereiken.
D
Waar de tekst vandaan komt.

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?

A
informeren
B
activeren
C
overtuigen
D
amuseren

Slide 5 - Quiz

This item has no instructions

Een nieuwsbericht heeft als tekstdoel:
A
informeren
B
overtuigen
C
activeren
D
amuseren

Slide 6 - Quiz

This item has no instructions


Wat is het tekstdoel?
A
informeren
B
amuseren
C
aansporen

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
A
activeren
B
amuseren
C
overtuigen
D
informeren

Slide 8 - Quiz

This item has no instructions


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren
D
Overtuigen

Slide 9 - Quiz

This item has no instructions

Wat is geen tekstdoel?
A
Instructies geven
B
Bekritiseren
C
Amuseren

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Wat is GEEN tekstdoel?
A
Informeren
B
Onderwijzen
C
Activeren
D
Amuseren

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil informatie geven (informeren)
B
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
C
De schrijver wil je iets laten doen (activeren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions


Wat is het tekstdoel?
A
Informeren
B
Overhalen
C
Amuseren

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
A
De schrijver wil je amuseren (amuseren)
B
De schrijver wil informatie geven (informeren)
C
De schrijver wil je iets leren of uitleggen (instrueren)
D
De schrijver wil zijn mening geven (overtuigen)

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Wat is het tekstdoel?
A
Instrueren
B
Informeren
C
Overtuigen
D
Activeren

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Waarom een tekstdoel?
Een schrijver schrijft nooit zomaar iets. Hij wil iets bereiken.

Dus kiest hij een doel. Hij vraagt zich af: wat wil ik met mijn tekst bereiken?
Het is handig voor jou om te bedenken wat het doel van de schrijver is, zodat je het makkelijker kunt lezen. 

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Vragen?

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Aan het werk
Nieuw Nederlands
blz. 28 opdr. 3 blz. 28 opdr. 4 blz. 31 opdr. 7

Klaar? Nakijken met nakijkboekjes
Daarna iets voor jezelf
timer
15:00

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Hebben we alle doelen behaald?

Ik ken de vijf tekstdoelen 
Ik kan voorbeelden geven bij een bepaald tekstdoel.

Wat is nog moeilijk?
Wat gaat al goed?

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Volgende week
Verder met tekstdoelen.

Zorg dat je donderdag je leesboek bij je hebt!! 
We hebben dan voor het eerst leesuur.

Slide 21 - Slide

This item has no instructions