This lesson contains 14 slides, with text slides and 2 videos.
Items in this lesson
Inhoud
In deze les leer je:
Hoe je argumenten kunt beoordelen.
Hoe je argumenten kan opstellen.
Oefenen van het AUB-model
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Argumenten beoordelen
De argumenten sluiten inhoudelijk aan op het standpunt
Het standpunt volgt logisch uit de argumenten.
De argumenten zijn inhoudelijk correct
De argumenten bevatten geen drogredenen.
Slide 3 - Slide
Voorbeelden
“We moeten investeren in hernieuwbare energiebronnen. Ze verminderen de afhankelijkheid van fossiele brandstoffen, wat goed is voor het milieu.”
“We moeten de werkweek verkorten naar vier dagen. Onderzoek toont aan dat een kortere werkweek leidt tot hogere productiviteit.
“Vaccinaties zijn essentieel voor de volksgezondheid. Wetenschappelijk onderzoek bevestigt de veiligheid en effectiviteit van vaccins.”
“We moeten meer investeren in onderwijs. Onderwijs verbetert de kansen op de arbeidsmarkt voor jongeren.”
Slide 4 - Slide
Wil jij iemand overtuigen van jouw mening/standpunt?
Dan kom je natuurlijk met argumenten vóór jouw standpunt, maar geef je ook aan waarom mensen tegen zouden kunnen zijn. Deze argumenten weerleg je vervolgens om jouw standpunt nóg sterker te maken
Slide 5 - Slide
Slide 6 - Slide
Slide 7 - Slide
Slide 8 - Slide
Soorten argumenten
Je kunt twee soorten argumenten onderscheiden:
- objectieve argumenten (controleerbaar)
- subjectieve argumenten (in meer of mindere mate aannemelijk)
Drogredenen -> foute argumenten of redeneringen
Slide 9 - Slide
Oefenen
“Het gebruik van smartphones in de klas moet worden beperkt. Onderzoek toont aan dat studenten die hun smartphones gebruiken tijdens de les lagere cijfers halen.”
“Online winkelen is beter dan winkelen in fysieke winkels. Veel mensen vinden het handiger om online te winkelen omdat ze niet naar de winkel hoeven te gaan.”
“Sociale media hebben een negatieve invloed op de mentale gezondheid van jongeren. Ik merk zelf dat ik me vaak slechter voel na het gebruik van sociale media.”