2 vmbo-bk Thema 2.4 Voeding en vertering: het verteringsstelsel

Thema 2 Voeding en vertering
2.4 Het verteringsstelsel
1 / 27
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 2

This lesson contains 27 slides, with text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Thema 2 Voeding en vertering
2.4 Het verteringsstelsel

Slide 1 - Slide

wat gaan we vandaag doen?
herhalen 2.2 en 2.3
leerdoelen vandaag
nieuwe theorie: 2.4 Het verteringsstelsel
zelf aan de slag
herhalen leerdoelen

Slide 2 - Slide

even herhalen!
- welke 6 groepen voedingsstoffen ken je?
- welke 4 functies kunnen deze voedingsstoffen hebben?
- waarmee kan je zetmeel aantonen?

Slide 3 - Slide

even herhalen!!
6 groepen voedingsstoffen:
- koolhydraten
- vetten-
- eiwitten
- water
- zouten/mineralen
- vitamines

Slide 4 - Slide

even herhalen!!
Voedingsstoffen kunnen 4 functies hebben:
- brandstof
- bouwstof
- reservestof
- beschermende stof

Slide 5 - Slide

even herhalen!!
Je kan zetmeel aantonen met een indicator.
De indicator hiervoor is joodoplossing.

Als iets zetmeel bevat, dan kleurt de joodoplossing blauwzwart.

Slide 6 - Slide

leerdoelen vandaag
Aan het einde van de les:
- kan je de functie van verteringssappen en enzymen noemen
- kan je de delen van het gebit noemen met hun functie
- kan je de bouw en werking van de darmen beschrijven

Slide 7 - Slide

Inleiding
Je lichaam heeft voedingsstoffen nodig.
Om de voedingsstoffen te gebruiken, moet je lichaam het voedsel verteren.
Dat doet het verteringsstelsel.


Slide 8 - Slide

2.4 Het verteringsstelsel
verteren = voedingsstoffen afbreken tot kleine delen

Vertering vindt plaats in het verteringsstelsel.
De organen van het verteringsstelsel moet je kennen!

Slide 9 - Slide

Het voedsel dat je eet, komt in het darmkanaal.
Het darmkanaal hoort bij het verteringsstelsel.

Het darmkanaal loopt van de mond tot de anus.

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Je voedsel bevat voedingsstoffen.
In het verteringsstelsel worden voedingsstoffen opgenomen in het bloed.
Dat gebeurt vooral in de dunne darm.
De voedingsstoffen gaan door de wand van de dunne darm heen.
Zo komen ze in het bloed.

Slide 12 - Slide

Slide 13 - Video

2.4 Het verteringsstelsel
De weg van het voedsel:
mondholte -> slokdarm -> maag -> twaalfvingerige darm -> dunne darm -> dikke darm -> endeldarm -> anus

In de dunne darm worden voedingsstoffen opgenomen in het bloed. In de dikke darm wordt water uit het voedsel gehaald.

Slide 14 - Slide

kauwen
Voedsel komt eerst in je mond.

Hier kauw je het voedsel met je gebit.
Je gebit bestaat uit tanden en kiezen.

Slide 15 - Slide

kauwen
Met snijtanden en hoektanden bijt je een stuk van je voedsel af.

Kiezen hebben een knobbelige bovenkant. Hiermee kan je het voedsel fijnmalen. Het voedsel wordt dan in kleine stukjes verdeeld, zodat je het makkelijker kan doorslikken.

Slide 16 - Slide

2.4 Het spijsverteringsstelsel
In het verteringsstelsel liggen verschillende verteringsklieren.
De verteringsklieren maken verteringssappen. Bijvoorbeeld speeksel en maagsap.

Er zijn 5 verteringsklieren: speekselklieren, maagsapklieren, lever, alvleesklier en darmsapklieren.


Slide 17 - Slide

2.4 Het verteringsstelsel
De verteringssappen zorgen voor de vertering.
Ze breken je voedsel af tot steeds kleinere deeltjes.

Aan het eind zijn de deeltjes onzichtbaar klein.
Ze kunnen dan door de wand van de dunne darm heen.
Zo gaan de voedingsstoffen naar je bloed.

Slide 18 - Slide

2.4 Het verteringsstelsel
Veel verteringssappen bevatten enzymen.
De enzymen zorgen ervoor dat de vertering sneller gaat.

Slide 19 - Slide

Alles wat je eet en drinkt wordt door het darmkanaal voortgeduwd.
In de wand van het darmkanaal bevinden zich 2 soorten spieren:
- kringspieren
- lengtespieren

Deze spieren kunnen steeds samenknijpen.

Slide 20 - Slide

Achter een brok voedsel knijpen de spieren samen.
Ze duwen het voedsel dan vooruit.

Dit noem je darmperistaltiek.

Slide 21 - Slide

Slide 22 - Video

2.4 Het verteringsstelsel
In veel plantaardige voedingsmiddelen zitten voedingsvezel. Dit zijn delen van de plant die je lichaam niet kan verteren.

Voedingsvezels helpen bij de darmperistaltiek.

Slide 23 - Slide

Slide 24 - Slide

VRAGEN?

Slide 25 - Slide

zelf aan de slag
2.4 Het verteringsstelsel: lees de tekst en maak de opdrachten

opdracht 1 t/m 4, 6, 8 en 9 maken
(vanaf blz. 87)

Slide 26 - Slide

herhalen leerdoelen
Aan het einde van de les:
- kan je de functie van verteringssappen en enzymen noemen
- kan je de delen van het gebit noemen met hun functie
- kan je de bouw en werking van de darmen beschrijven

Slide 27 - Slide