Afrekensysteem H4

Lesdoelen 
  • Je kent de verschillende soorten kassa's 
  • Je kunt ook de voor- en nadelen benoemen 
  • Je weet hoe je een kassa moet gebruiken 
  • Je kunt de verschillende kassafuncties benoemen  
  • Je weet wat het doel van afromen is 
  • je kunt de kassa opmaken en weet waneer er sprake is van kasverschil 
  • je weet verantwoord het geld te beheren 
1 / 18
next
Slide 1: Slide
RetailMBOStudiejaar 2

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Lesdoelen 
  • Je kent de verschillende soorten kassa's 
  • Je kunt ook de voor- en nadelen benoemen 
  • Je weet hoe je een kassa moet gebruiken 
  • Je kunt de verschillende kassafuncties benoemen  
  • Je weet wat het doel van afromen is 
  • je kunt de kassa opmaken en weet waneer er sprake is van kasverschil 
  • je weet verantwoord het geld te beheren 

Slide 1 - Slide

Welke kassa heb je op je leerbedrijf?
geen
Elektronische
Computerkassa

Slide 2 - Poll

H4 Afrekensysteem en geldbeheer 

Slide 3 - Slide

Wat zijn de belangrijkste voordelen van een computerkassa?

Slide 4 - Open question

Soorten Kassa's 
Elektronische kassa
  • Eenvoudig rekensysteem
  • Niet verbonden met computer
  • Prijzen worden handmatig aangeslagen
Computerkassa (kassaterminal)
  • Uitgebreid rekensysteem
  • Verbonden met computer
  • Verzamelt gewenste data voor de winkelier
  • evt. met barcode 


Slide 5 - Slide

Slide 6 - Video

waar staat de afkorting PLU voor?
A
Price look up
B
Price like up
C
Product look up
D
Product like up

Slide 7 - Quiz

Wat is volgens jou de rol van de verkoper bij de kassa?

Slide 8 - Open question

kassa gebruiken en afrekenen
Vóór het gebruik:
  • Aanmelden met een pasje of persoonlijke code
  • Valsgelddetector aanzetten
  • Alle benodigdheden binnen handbereik plaatsen
  • Soms: geldlade tellen en installeren
Na het gebruik:
  • Afmelden
  • Werkplek opruimen
Afrekenpunt is laatste klantcontact. Laat een positieve indruk achter.
Kassasleutel: sleutel of code waarmee de eerste verkoper een kassa-aanslag corrigeert.

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Wat is de omzet per klant?

A
Telfunctie
B
Bewaarfunctie
C
Controlefunctie
D
Informatiefunctie

Slide 11 - Quiz

Hier berg ik veilig mijn geld op.

A
Telfunctie
B
Bewaarfunctie
C
Controlefunctie
D
Informatiefunctie

Slide 12 - Quiz

Ik maak een uitdraai van de kassa

A
Telfunctie
B
Bewaarfunctie
C
Controlefunctie
D
Informatiefunctie

Slide 13 - Quiz

Wat is een Z-bon?

Slide 14 - Open question

Wat houdt de handeling 'kassa opmaken' in?

Slide 15 - Open question

Hoe ontstaat kasverschil?

Slide 16 - Open question

Beheren van geld 
  • kluisprocedure 
  • Dagelijks het geld op de bankrekening 
  • Geldtransport goed geregeld 
  • Klant stimuleren per pin te betalen 
  • Beveiliging 

Slide 17 - Slide

Storten van geld 
  • Contant bij de balie 
  • Kas-etui 
  • Nachtkluiscassette 
  • Geldtransport 

Slide 18 - Slide