What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Regelmatige werkwoorden
Wilkommen!
Programm:
1. vorstellen
2. Die Mitteilungen
3. Regelmaßige Verben
1 / 22
next
Slide 1:
Slide
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 3
This lesson contains
22 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
1 video
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wilkommen!
Programm:
1. vorstellen
2. Die Mitteilungen
3. Regelmaßige Verben
Slide 1 - Slide
Die Absprachen
We houden het klaslokaal schoon.
We luisteren naar elkaar.
We zitten volgens de plattegrond.
Telefoons in tassen.
Slide 2 - Slide
Schwache Verben
Zwakke werkwoorden
Slide 3 - Slide
3 soorten zwakke werkwoorden
1. "Normale" werkwoorden (wohnen)
2. Zwakke werkwoorden met stam op -d of -t (reden)
3. Zwakke werkwoorden met stam op -s of -ß (heißen)
Slide 4 - Slide
De vervoeging - tegenwoordige tijd
Hoe zat het ook al weer met de vervoeging van de zwakke werkwoorden?
Bekijk de volgende dia's goed.
Slide 5 - Slide
Vervoeging "normaal" zwak werkwoord
ezelsbruggetje:
feesttenten -> (fe) e I st I t I en I t I en
Slide 6 - Slide
Zwak werkwoord met stam op -d of -t
Slide 7 - Slide
Zwak werkwoord met stam op -s of -ß
Slide 8 - Slide
Werkwoorden op zelfde manier als zwakke werkwoorden met stam op -d en -t
Op dezelfde manier:
öffnen (openen), zeichnen (tekenen), rechnen (rekenen), regnen (regenen), atmen (ademen), begegnen (ontmoeten)
Slide 9 - Slide
Even oefenen...
Slide 10 - Slide
Draußen (regnen) es.
A
regnt
B
regent
C
regnet
D
regnest
Slide 11 - Quiz
Das Flugzeug (landen) auf der Wiese.
A
land
B
landt
C
landet
D
landest
Slide 12 - Quiz
Da (befassen) man sich mit Hausaufgaben...
A
befasst
B
befasset
C
befasse
D
befassen
Slide 13 - Quiz
Du (rechnen) immer mit dem Taschenrechner.
A
rechst
B
rechnst
C
rechnet
D
rechnest
Slide 14 - Quiz
Er (begegnen) morgen seiner Mutter.
A
begegt
B
begegnet
C
begegnest
D
begegent
Slide 15 - Quiz
Ihr (parken) zuerst das Auto.
A
parkt
B
parket
C
parkiert
D
parkst
Slide 16 - Quiz
Aus Langeweile (zeichnen) man ein Bild.
A
zeichnt
B
zeichnen
C
zeichent
D
zeichnet
Slide 17 - Quiz
Du (übersetzen) einen Text ins Deutsche.
A
übersetzt
B
übersetzst
C
übersetzet
D
übersetzest
Slide 18 - Quiz
Er (warten) auf Whatsapp-Nachrichten.
A
warte
B
wartt
C
wartet
D
wart
Slide 19 - Quiz
Perfekt; voltooid deelwoord
vormen: ge- stam - (e)t
gekauft - geantwortet
Let op:
voorvoegsels:
bezahlen - bezahlt
-ieren :
studieren - studiert, fotografieren - fotografiert
Slide 20 - Slide
Aan de slag!
Wat? Maak het opgavenblad.
Hoe? je mag overleggen met je buurman/buurvrouw
Hoelang? 15 minuten
Hulp? Grammatica overzicht, Seite 14.
Klaar? Woordjes leren.
Slide 21 - Slide
Slide 22 - Video
More lessons like this
Grammatica: Schwache Verben (Grammatik D)
March 2024
- Lesson with
21 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
H4 30.09.2021 schwache Verben
April 2024
- Lesson with
19 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
V4 30.09.2021
September 2021
- Lesson with
24 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Kapitel 1.2: Zwakke werkwoorden o.t.t.
November 2021
- Lesson with
29 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 5
H4 30.09.2021 schwache Verben
September 2021
- Lesson with
25 slides
Duits
Middelbare school
havo
Leerjaar 4
Kapitel 1.1: Zwakke werkwoorden o.t.t. en o.v.t.
November 2021
- Lesson with
37 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
Grammatica: Schwache Verben
May 2022
- Lesson with
39 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4
2A - 5 april - zwakke werkwoorden
March 2023
- Lesson with
28 slides
Duits
Middelbare school
vwo
Leerjaar 4