De Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) bestaat sinds 2007 en is een wet in het kader van hulp en ondersteuning vanuit de gemeente. De wet moet ervoor zorgen dat zorgvragers zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen en mee kunnen doen in de samenleving. Als dat niet kan, dan is er ondersteuning vanuit de gemeente. De gemeente ondersteunt bijvoorbeeld vrijwilligers en mantelzorgers. De Wmo regelt ook de hulp bij het huishouden en zorgt voor goede informatie over de hulp en informatie die zorgvragers kunnen krijgen.
hulp bij het huishouden;
aanpassingen in de woning, zoals een traplift of een verhoogd toilet;
dagbesteding;
vervoersvoorzieningen in de regio voor mensen die slecht ter been zijn en niet met het openbaar vervoer kunnen reizen, zoals de taxibus, een taxikostenvergoeding of een scootmobiel;
ondersteuning aan vrijwilligers en mantelzorgers;
rolstoel;
maaltijdverzorging (ook wel warme maaltijdvoorziening of tafeltje-dekje genoemd);
sociaal cultureel werk, zoals buurthuizen en subsidies aan verenigingen;
maatschappelijke opvang, zoals daklozenopvang.
De Zorgverzekeringswet (Zvw) verplicht iedereen die achttien jaar of ouder is en in Nederland woont en/of werkt om een zorgverzekering af te sluiten. Iedereen betaalt hiervoor een zorgpremie aan de zorgverzekeraar. Deze premie kan per zorgverzekeraar verschillen. Dit hangt voor een groot gedeelte af van de afspraken die de zorgverzekeraars maken met de zorgaanbieders. Naast de zorgpremie die je betaalt aan de zorgverzekeraar, betaal je een bijdrage aan de overheid. De hoogte van deze bijdrage is afhankelijk van je inkomen en wordt op het salaris ingehouden. De verpleging en verzorging aan huis wordt vanuit de Zvw bekostigd. Ook de palliatieve zorg aan zorgvragers die geen Wlz-indicatie hebben wordt uit de Zvw betaald.
De wijkverpleegkundige beoordeelt samen met de zorgvrager wat er nodig is aan verpleegkundige zorg om langer thuis te kunnen wonen. De wijkverpleegkundige stelt een verpleegkundige diagnose en geeft de indicatie voor zorg. Op verzoek van het ministerie van VWS heeft de vereniging van verpleegkundigen en verzorgenden (V&VN) een normenkader ontwikkeld. Dit normenkader beschrijft aan welke eisen verpleegkundigen moeten voldoen om verpleging en verzorging thuis te mogen indiceren en organiseren.
Elke inwoner in Nederland is verplicht verzekerd voor de Wet langdurige zorg (Wlz). Deze zorg wordt betaald via een premie die via de loonbelasting van het salaris of de uitkering wordt geïnd. Dit geld komt uiteindelijk terecht bij de zorgkantoren die verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van de Wlz
verblijf in een zorginstelling;
begeleiding, verpleging en verzorging;
geneeskundige zorg en behandeling in verband met de ziekte, beperking of stoornis;
hulpmiddelen;
vervoer naar de plaats waar de begeleiding, behandeling en verzorging plaatsvindt.
Niet iedereen met een Wlz-indicatie heeft dezelfde soort en hoeveelheid zorg nodig. Daarom bestaan er zorgprofielen die voorheen zorgzwaartepakketten (zzp's) werden genoemd. Je kunt met een Wlz-indicatie ook thuis blijven wonen. Hiervoor zijn speciale thuiszorgpakketten samengesteld die de zorgvrager geheel of gedeeltelijk kan afnemen.