Wörter A Seite 146 und Übung 4 Seite 121
1 pleite (heeft met geld verliezen te maken, andere met geld verdienen)
2 verdienen (heeft met geld verdienen te maken, de andere met geld verliezen)
3 Schnäppchen (andere woorden zijn kleding of duiden op kleding, dit kan ook over een ander koopje gaan)
4 Schattenseite (andere woorden gaan over voordeel. Schattenseite gaat over nadeel)