grammar - present perfect & past simple

• Engels
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3,4

Past Simple

Present Perfect

& 

Update: how are you doing?

Invullen examentraining

Englisg 4E

11 september

Update. How are you doing so far?

- Huiswerk maken kan veel beter

-  Lesson 1 is redelijk gemaakt, 2 leerlingen zijn niet klaar (met reden)

- 5 leerlingen maken het niet altijd serieus (zie ook mijn feedback)

- zeker 75 % doet het heel erg goed

Englisg 4E

11 september

Update. How are you doing so far?

-  Lesson 2 is niet goed gemaakt

-  33 % heeft het (online) niet af

-  67 % doet het wel

last chance: Vrijdag af, anders nablijven

Grammar: 

Past simple vs Present perfect

Lesdoelen:

- je herkent de past simple

- je weet wanneer je de past simple moet gebruiken

- je herkent de present perfect

- je weet wanneer je de present perfect moet gebruiken

- Je weet het verschil tussen de past simple en de present perfect

What do you remember about the past simple?

Past Simple

Wanneer?

• iets in het verleden gebeurd/afgelopen
  

Hoe?

• regelmatige werkwoorden: ww+ed
  
• onregelmatige werkwoord: lijst, rij 2
  

Past Simple:
2. We _______ to David in town a few days ago.

1. talked
2. was talk
3. did talk
4. have talked

Past Simple:
3. It was cold, so I _____________ the window.

1. close
2. was close
3. am closing
4. closed

Past Simple:
1. Mozart ___________ more than 600 pieces of music.

1. writes
2. wrote
3. writed
4. was wrote

Past Simple:
4. I ___________ to the cinema three times last week.

1. was go
2. went
3. did go
4. goed

Past Simple:
5. The police ___________ me on my way home last night.

1. was stop
2. stops
3. stopping
4. stopped

What do you remember about the present perfect?

Present perfect

Wanneer?

• iets in het verleden begonnen en nu nog bezig 
• iets in het verleden gebeurd maar geen bepaling van verleden tijd
  

Hoe?

• have / has + voltooid deelwoord
• voltooid deelwoord regelmatige werkwoorden: ww+ed
• Voltooid deelwoord onregelmatige werkwoord: lijst, rij 3

Present Perfect:
1. I _____________ my homework yet.

1. have finish
2. has finished
3. did finished
4. haven't finished

Present Perfect:
2. My father is on the way. He ____________ home yet.

1. haven't arrived
2. hasn't arrived
3. didn't arrived
4. arrived

Present Perfect:
3. John ________ his homework.

1. start
2. started
3. has started
4. have started

Present Perfect:
4. During the two years David ____________ ten different jobs.

1. has has
2. has had
3. have had
4. have has

Present Perfect:
5. I __________ a teacher since 2002.

1. was
2. have be
3. have been
4. had be

Past Simple:

Wanneer? 

• Iets in het verleden, nu afgelopen. 

Hoe? 

• Regelmatige werkwoorden: ww+ed
  
• Onregelmatige werkwoorden: lijst, rij 2

Present Perfect:

Wanneer?

• iets in het verleden begonnen en nu nog bezig is 
  
• iets in het verleden gebeurd maar geen bepaling verleden tijd
  

Hoe?

• have / has + voltooid deelwoord 
  
• voltooid deelwoord regelmatige werkwoorden: ww+ed 
  
• Voltooid deelwoord onregelmatige werkwoord: lijst, rij 3
  

Niet zeker welke?

1: is het op dit moment nog aan de gang?

Ja: present perfect. Nee: ga naar vraag 2

2: Staat er een bepaling van verleden tijd in de zin?

Ja: past simple. Nee: present perfect.

Past Simple or Present perfect:
1. We ________ this TV set since 1968, and it still works!

1. owned
2. have owned
3. has owned

Past Simple or Present perfect:
2. Junko ________ bacon in her life! She's a true vegetarian.

1. never ate
2. has never ate
3. has never eaten

Past Simple or Present perfect:
3. I ________ these boots to go hiking yesterday.

1. wore
2. has never worn
3. have never worn

Past Simple or Present perfect:
4. Peter ____ (play) football yesterday

Past Simple or Present perfect:
5. They ____ (wash) the car. It looks new again.

Past Simple or Present perfect:
6. Last year we ____ (go) to Italy.

Past Simple or Present perfect:
7. I'm sorry, but I ____ (forget) my homework.

Past Simple:

Wanneer? 

• Iets in het verleden, nu afgelopen. 

Hoe? 

• Regelmatige werkwoorden: ww+ed
  
• Onregelmatige werkwoorden: lijst, rij 2

Present Perfect:

Wanneer?

• iets in het verleden begonnen en nu nog bezig is 
  
• praten over ervaringen 
  
• iets in het verleden gebeurt en nu nog resultaat 
  

Hoe?

• have / has + voltooid deelwoord 
  
• voltooid deelwoord regelmatige werkwoorden: ww+ed 
  
• Voltooid deelwoord onregelmatige werkwoord: lijst, rij 3