Les 5. H8 & H10

Inleiding financiële dienstverlening
Les 5. Hoofdstuk 8 & hoofdstuk 10
1 / 18
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Inleiding financiële dienstverlening
Les 5. Hoofdstuk 8 & hoofdstuk 10

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Stelling 1. Er zijn verschillende soorten vergelijkingskaarten
Stelling 2. Het essentiële-informatiedocument (Eid) moet bij alle vormen van financiële dienstverlening aan de klant worden overhandigd
A
Stelling 1 is waar, stelling 2 is niet waar
B
Stelling 2 is waar, stelling 1 is niet waar
C
Beide stellingen zijn waar
D
Beide stellingen zijn niet waar

Slide 2 - Quiz

This item has no instructions

Stelling 1. Het provisieverbod geldt voor alle verzekeringen
Stelling 2. Direct writing is het afsluiten van een financieel product via een tussenpersoon
A
Stelling 1 is waar, stelling 2 is niet waar
B
Stelling 2 is waar, stelling 1 is niet waar
C
Beide stellingen zijn waar
D
Beide stellingen zijn niet waar

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Stelling 1. Bij 'beleggen met advies' koopt en verkoopt de klant zelf de beleggingen
Stelling 2. De VIS-toets wordt gebruikt om te controleren of iemand als fraudeur bekend staat
A
Stelling 1 is waar, stelling 2 is niet waar
B
Stelling 2 is waar, stelling 1 is niet waar
C
Beide stellingen zijn waar
D
Beide stellingen zijn niet waar

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

H8. Integriteit en betrouwbaarheid
Leerdoelen
- Je weet wat (het belang van) integriteit is
- Je kent en herkent verschillende vormen van integriteitsschending 
- Je weet hoe je integer moet handelen in een professionele omgeving
- Je weet wat een VOG is en waarom deze wordt gebruikt 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Wat is integriteit?

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

Integriteitsschending
Corruptie
Het aannemen van geld om dingen voor iemand te doen die verboden zijn

Fraude
Oplichting door het vervalsen van administratie of het niet nakomen van regels of wetten

Belangenverstrengeling 
Bijv. door twee functies uit te oefenen die invloed hebben op elkaar

Misbruik van informatie
Bijv. belangrijke informatie lekken naar iemand die daarvan kan profiteren 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Opdracht: integriteit
Stap 1. Maak groepjes van drie of vier studenten
Stap 2. Schrijf individueel een korte casus over integriteit op 
Stap 3. Leg de casussen ondersteboven op tafel
Stap 4. Eén student pakt een casus en geeft aan hoe hij in die situatie zou handelen. De student geeft ook aan waarom hij dit wel/niet integer vindt 
Stap 5. De overige studenten geven feedback over zijn wel/niet integer handelen 
Stap 6. Herhaal stap 4 en 5 totdat iedereen een casus heeft gepakt 
Stap 7. Leg aan elkaar uit of je jezelf integer vindt of niet. Leg ook uit waarom je dit vindt 

Voorbeeld
Je ziet dat een collega zijn portemonnee met daarin €200,- op zijn bureau heeft laten liggen


Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Casus: integriteit
Je bent aan het werk als hypotheekadviseur. Een klant komt voor informatie: hij wil graag weten hoeveel hij kan lenen met zijn huidige loon. Jullie kennen elkaar van vroeger en hebben hierdoor meteen een goed gesprek. Je vertelt de klant alles over hypotheken en stelt goede vragen. Hij vertelt je in goed vertrouwen dat hij niet weet of hij zijn baan wel kan houden, omdat het financieel niet goed gaat met het bedrijf waar hij werkt. Mogelijk gaan er mensen ontslagen worden. 

Schrijf voor jezelf op hoe de medewerker in deze situatie het beste kan handelen

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Verklaring Omtrent Gedrag (VOG)
Inhoud
- Bewijs van goed gedrag
- Aan te vragen bij de gemeente
- Noodzakelijk binnen de financiële dienstverlening
- Je toont je gedrag uit het verleden aan 

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

H10. Klantbeheer en doorverwijzen
Leerdoelen
 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Klantbinding
'Een nieuwe klant werven kost gemiddeld vijfmaal meer tijd dan een bestaande klant behouden'

Basis voor klantbinding
- Een sterk merk
- Een marktconforme prijs
- Een betrouwbare leverancier met een goed imago
- Kwalitatief goede producten en diensten leveren
- Een goede klantenservice 
 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Bestaande klanten
'Ongeveer 20% van de klanten zorgt voor 80% van de omzet'

Haal meer uit bestaande klanten
- Klantgericht handelen (behoefte)
- Weet waarom de klant voor jou kiest 
- Besparen door kennis (nieuwe ontwikkelingen)
- Goede aftersales (klachtenafhandeling) 
 

Slide 13 - Slide

Klanttool & verkoopgesprek Verheijen uitleggen
Relatiebeheer
Aandacht
Goed relatiebeheer draait om voldoende aandacht schenken aan de klant
- Bedankje (presentje) 
- Spontaniteit (nieuwsberichtje) 
- Nieuwsbrief (maar niet te vaak)
- Life events (huwelijk, overlijden)

 
 

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Welke eigenschappen horen bij een goede adviseur?

Slide 15 - Mind map

This item has no instructions

De adviseur
Eigenschappen van een 'goede' adviseur 
- Sociaal vaardig
- Goed kunnen luisteren 
- Inlevingsvermogen hebben
- Snel verbanden kunnen leggen
- Kunnen adviseren
- Breed geïnteresseerd zijn (algemene kennis)
- Hulpvaardig zijn 
 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Protocollen en procedures
Protocol 
Een document waar in staat hoe je je moet gedragen, of hoe je moet werken (algemeen)

Procedure
Stappenplan hoe je een bepaalde taak moet uitvoeren (specifiek)  

Slide 17 - Slide

VOORBEELD
Protocol: ontruiming
Procedure: verkoopgesprek telefoon
Doorverwijzen
Benodigdheden
- Kennis over de functies van collega's
- Kennis over de inhoud van verschillende functies en bevoegdheden
- Kennis over procedures binnen het bedrijf waar je voor werkt
- Kennis over jouw eigen bevoegdheden
- De exacte vraag van de klant 

Denk aan Anna! 
 

Slide 18 - Slide

This item has no instructions