5.2 Verbranding

• Natuurkunde / Scheikunde
• Middelbare school
• vwo
• Leerjaar 2

5. 2 Verbranding

Leerdoelen

Je kunt aan het einde van de les:

• het reactieschema opstellen van een chemische reactie in woorden en formules;
  
• op microniveau beschrijven wat er bij een chemische reactie gebeurt;
  
• het verschil aangeven tussen een volledige en onvolledige verbranding;
  
• de mogelijke reactieproducten noemen bij de verbranding van fossiele brandstoffen;
  
• maatregelen herkennen om een brand te blussen of te voorkomen en deze in verband brengen met de drie voorwaarden die nodig zijn voor een verbranding.
  

Verschillende brandstoffen

Niet fossiele brandstoffen

BIJVOORBEELD

• HOUT
• PAPIER
• BIOMASSA

Fossiele brandstoffen

• AARDOLIE
• AARDGAS
• STEENKOOL

Verbranding

Brand blussen

Chemische reactie

Bij de verbranding van fossiele brandstoffen vindt er een chemische reactie plaats.

De beginstoffen verdwijnen en er ontstaan reactieproducten.

Reactieschema chemische reactie:

beginstof(fen) → reactieproduct(en)

volledige en onvolledige verbranding

• Bij volledige verbranding is er genoeg zuurstof, er ontstaat altijd koolstofdioxide en water(damp)
  
• Bij onvolledige verbranding is er te weinig zuurstof, er ontstaat altijd koolstofmonoxide en water(damp)
  

• Bij onvolledige verbranding ontstaat er giftig koolmonoxide.
  

Verbranding aardgas

Volledige verbranding aardgas:

aardgas + zuurstof → koolstofdioxide + water(damp)

Onvolledige verbranding aardgas:

aardgas + zuurstof → koolstofmonoxide + water(damp)

De brander

Maken opdrachten:

13, 14, 16, 17, 18, 21, 22, 24, 26