Monoloog houden 3F

Monoloog houden 3F
(Presenteren)
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 2

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

Monoloog houden 3F
(Presenteren)

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

In deze module leer je:
  • een kort verhaal vertellen met een inleiding, kern en slot;
  • een presentatie met overtuigende elementen houden, waarbij - je argumenten voor of tegen een bepaald standpunt of voor- en nadelen van verschillende opties geeft;
  • vragen beantwoorden naar aanleiding van het verhaal of de presentatie.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Wanneer heb jij voor het laatst een presentatie gegeven?

Slide 3 - Open question

This item has no instructions

Hoe spannend vind je het om te presenteren?
0100

Slide 4 - Poll

This item has no instructions

Hoe bereid je je voor op een presentatie?

Slide 5 - Open question

This item has no instructions

Welke hulpmiddelen gebruik je bij een presentatie?

Slide 6 - Mind map

This item has no instructions

Gebruik je een spiekbriefje?
A
Ja, daar zet ik steekwoorden op
B
Ja, daar zet ik mijn hele verhaal op
C
Ja, ik maak een schema met pijlen en symbolen.
D
Nee, ik gebruik geen spiekbriefje

Slide 7 - Quiz

This item has no instructions

Hoe houd je de aandacht vast?

Slide 8 - Mind map

a Ik zorg voor een pakkend begin, bijvoorbeeld een persoonlijk verhaal of een krantenkop.
b Ik stel retorische vragen (Hebt u ook gemerkt dat …?).
c Ik houd mijn presentatie zo eenvoudig mogelijk.
d Ik ondersteun mijn presentatie met een aantrekkelijke PowerPoint-presentatie.
e Ik betrek het publiek bij mijn presentatie en stel steeds vragen.
f Ik laat ter afwisseling een kort filmpje zien.
g Ik maak gebruik van pakkende voorbeelden.
Tijdens een presentatie is het belangrijk dat je op je taal en lichaamshouding let


Vind jij dat je dit goed doet?

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Ik praat rustig en niet te snel.
A
Dit doe ik goed
B
Dit kan ik verbeteren
C
Dit doe ik helemaal niet

Slide 10 - Quiz

This item has no instructions

Ik zorg ervoor dat iedereen mij kan horen.
A
Dit doe ik goed
B
Dit kan ik verbeteren
C
Dit doe ik helemaal niet

Slide 11 - Quiz

This item has no instructions

Ik spreek woorden duidelijk uit.
A
Dit doe ik goed
B
Dit kan ik verbeteren
C
Dit doe ik helemaal niet

Slide 12 - Quiz

This item has no instructions

Ik voorkom stopwoordjes, zoals 'zeg maar', 'eigenlijk' en 'eh'.
A
Dit doe ik goed
B
Dit kan ik verbeteren
C
Dit doe ik helemaal niet

Slide 13 - Quiz

This item has no instructions

Ik zorg voor een open houding, dus ik sta (of zit) rechtop, heb mijn handen uit mijn zakken en kijk het publiek aan.
A
Dit doe ik goed
B
Dit kan ik verbeteren
C
Dit doe ik helemaal niet

Slide 14 - Quiz

This item has no instructions

Ik kijk vriendelijk en glimlach af en toe.
A
Dit doe ik goed
B
Dit kan ik verbeteren
C
Dit doe ik helemaal niet

Slide 15 - Quiz

This item has no instructions

Inleiding
De spreker heet het publiek welkom en stelt zich voor
Hij introduceert het onderwerp en noemt het doel
Hij vertelt hoe de presentatie is opgebouwd en wanneer er tijd is voor vragen 
Geef een originele opening, iets uit de actualiteit, een standpunt of een stelling.

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

Kern
Behandel de deelonderwerpen in logische volgorde.
Geef argumenten voor en tegen je standpunt of stelling.
Noem verschillende opties.
Geef voor- en nadelen van de opties en vertel waarom je voor een bepaalde optie kiest.
Vat regelmatig samen wat je zegt en wijst af en toe vooruit naar wat er gaat komen.

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Slot
Geef een samenvatting of conclusie van de presentatie.
 Geef gelegenheid tot het stellen van vragen.
Bedank het publiek voor de aandacht.
Sluit op een originele en positieve manier af. 
  • Uitspraak die tot nadenken aanzet. prikkelende vraag, een aanbeveling, of iets wat teruggrijpt op de opening.

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Voorbereiding
Wie, wat, waar, wanneer, waarom, hoe?

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Wat is non-verbale communicatie?

Slide 20 - Open question

This item has no instructions

Aan de slag
Theorietoets Monoloog houden 3F

Slide 21 - Slide

This item has no instructions