This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
Willkommen!
Slide 1 - Slide
Was machen wir heute?
Hausaufgaben besprechen
Grammatik
Ein Wörterspiel
An die Arbeit
Evaluation
Slide 2 - Slide
Lernziele
Je kunt de sterke ww met een a en de e/i Wechsel toepassen
Je hebt geoefend met woordjes
Je hebt mondeling geoefend met eenvoudige zinnen.
Slide 3 - Slide
An die Arbeit
timer
2:00
Slide 4 - Slide
Sterke werkwoorden in het Duits
Sterke werkwoorden met een
-a- of een -e- in de stam
Slide 5 - Slide
sterk werkwoord
Een sterk werkwoord krijgt in de verleden tijd een andere stamklinker.
Duits en Nederlands lijken zo veel op elkaar dat als het werkwoord in het Nederlands sterk is dat het dan in het Duits ook vaak sterk is.
Slide 6 - Slide
Sterke werkwooren (e/i/ie)
Bij de du-vorm en de er/sie/es-vorm verandert de lange klinker in een ie en de korte klinker in een i
let op er zijn uitzonderingen ;-(
Slide 7 - Slide
Sterke werkwoorden (a/ä)
Bij de du-vorm en de er/sie/es-vorm verandert de -a die in de stam staat in een -ä
Slide 8 - Slide
Slide 9 - Video
TB blz 25 en 26
maak de opdrachten 18, 19
timer
6:00
Slide 10 - Slide
kontrollieren
und korrigieren
Slide 11 - Slide
Hij rijdt
A
er fahrt
B
er fährt
Slide 12 - Quiz
jij ziet
A
du siehst
B
du sehst
Slide 13 - Quiz
u leest
A
Sie liest
B
Sie lezen
C
Sie lehst
D
Sie Lesen
Slide 14 - Quiz
zij geeft
A
sie giebt
B
sie gebt
C
sie gibt
Slide 15 - Quiz
jij gaat
Slide 16 - Open question
jij eet
Slide 17 - Open question
het loopt
Slide 18 - Open question
zij raadt (raten)
Slide 19 - Open question
schrijf een paar sterke werkwoorden op in het Duits met een e in de stam
Slide 20 - Mind map
bij welke vormen wordt de a een ä
Slide 21 - Mind map
Aan de slag
maken: oef 20+21
timer
4:00
Slide 22 - Slide
Sterke werkwooren (e/i/ie)
Bij de du-vorm en de er/sie/es-vorm verandert de lange klinker in een ie en de korte klinker in een i
let op er zijn uitzonderingen ;-(
Slide 23 - Slide
Sterke werkwoorden (a/ä)
Bij de du-vorm en de er/sie/es-vorm verandert de -a die in de stam staat in een -ä
Slide 24 - Slide
Wörterliste Memory Spiel
oefenen Wörterliste met een memory spel,
Slide 25 - Slide
Voorbereiding:
- Twee leerlingen verlaten het lokaal
- De andere leerlingen vormen tweetallen
- Elk tweetal krijgt een woord met vertaling uit de woordenlijst
- Jullie verdelen je over het lokaal en ga achter een stoel staan
- De "spelers" komen terug in het lokaal
Slide 26 - Slide
- Speler 1 noemt de naam van een medeleerling
- De leerling noemt zijn/haar woord
- Speler 1 noemt de naam van een andere leerling. Deze noemt ook zijn/haar woord. Kloppen het woord en de vertaling dan krijgt speler 1 een punt en mag nog een keer. Zo niet, dan is speler 2 aan de beurt
- De tweetallen die gevonden zijn gaan op de stoel zitten