1HV3 - 8 april

1HV3 - Vrijdag 8 april
Nodig:
- iPad
- Etui
- Werkboek blz. 49
1 / 22
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 22 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

1HV3 - Vrijdag 8 april
Nodig:
- iPad
- Etui
- Werkboek blz. 49

Slide 1 - Slide

Deze les:
  • Oefenvragen
  • Uitleg 5.3
  • Aan de slag

Slide 2 - Slide


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

  • En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
§5.2 "De Romeinen en hun bestuurders"
Oefenvragen

Slide 3 - Slide

Sleep de bevolkingsgroepen naar de juiste plek in de sociale piramide. 
1.
2.
3.
Slaven
Plebejers
Patriciërs

Slide 4 - Drag question

753 v.C. - 500 v.C.
500 v.C. - 27 v.C.
27 v.C. - 476 n.C.
Keizerrijk
Koninkrijk
Republiek

Slide 5 - Drag question


Koninkrijk?


  • De stadstaat Rome is ooit een koninkrijk geweest, hoewel daar erg weinig over bekend is.

  • En of het verhaal van Romulus en Remus waar is....?
§5.3 "De gevolgen van de veroveringen"

Slide 6 - Slide

Veroveringen
Rome is van een stad uitgegroeid tot een imperium. Een imperium is een rijk dat bestaat uit een oorspronkelijke staat en een verzameling onderworpen staten.

Al die veroveringen hadden natuurlijk gevolgen voor het Romeinse rijk. Over een aantal van deze gevolgen gaat de les. 
Op deze afbeelding zie je een kaart van het Romeinse Rijk. Alle gebieden die rood gekleurd zijn, hebben tot het Romeinse Rijk behoord. Als je goed kijkt zie je dat alleen het zuiden van Nederland gekleurd is. Het noorden van Nederland is nooit Romeins geweest. 

Slide 7 - Slide

Sociale piramide
1. Patriciërs 
Een groep rijke families.
Hadden alle belangrijke banen in het bestuur. 

2. Plebejers
Alle andere vrije Romeinen. 
Zij konden heel arm en heel rijk zijn.

3. Slaven
1.
2.
3.
Zo zag de sociale piramide van het Romeinse Rijk eruit vóór de veroveringen. 

Slide 8 - Slide

Gevolg 1 - deel 1
  • Het romeinse leger bestond uit boeren die werden opgeroepen als er een oorlog was.
  • Door de veroveringsoorlogen bleven deze boeren veel langer weg van de boerderij. De rest van de familie kon het werk op de boerderij vaak niet alleen.
  • Veel boerderijen werden verkocht. vaak was het geld snel op omdat ze geen ander werk konden vinden.

Slide 9 - Slide

Gevolg 1 - deel 2
  • De boerengezinnen verhuisden vaak naar Rome op zoek naar werk. 
  • In Rome ontstond een grote groep  hele arme plebejers en vroegere boeren. Zij vormden een nieuwe bevolkingslaag. Ze waren zo arm dat ze alleen hun kinderen hadden. 

GEVOLG
Er ontstond een nieuwe bevolkingslaag: proletariërs. 

(kinderen = proles in het Latijn)

Slide 10 - Slide








Dit is insulae, een flatgebouw in Rome. De woningen werden gehuurd door de armere Romeinen. De meeste insulae waren 4 of 5 verdiepingen hoog. De bouwkwaliteit was niet best: bijna dagelijks waren er branden en instortingen.
De kamers bovenin een insulae waren de slechtste kamers: hier woonden de proletariërs.
Hoewel er in sommige gebouwen stromend water was, moesten de bewoners van een insula het water vaak uit een fontein op straat halen.
Hoewel de meeste kamers in een insulae klein en donker waren, was er wel verschil: de grotere kamers waren voor mensen met iets meer geld.
De meeste insulae hadden geen toiletten of keukens. Moest je naar de wc, dan ging je naar een openbaar toilet, de latrine. En wilde je wat eten, dan ging je naar een thermopolium, een soort snackbar.
Insulae

Slide 11 - Slide

Villa Urbana
Het atrium was het kleine binnenhof. De loer van het atrium liep schuin af zodat het regenwater kon worden opgevangen. 
Het perstilium was het grote binnenhof. Hier was vaak een binnentuin. In de kamers tussen het atrium en de tuin woonden vaak de rijke bewoners van de villa. 
In de keuken werd door slaven de heerlijkste Romeinse gerechten klaar gemaakt. Typische Romeinse gerechten zijn slakken, ooievaar, paardebloembladerensalade en stuisvogelhersenen. 

Slide 12 - Slide

Dit is een villa rustica, een soort boerderij. Naast dit type villa, bestond er ook de villa urbana. 
Het meeste werk rondom de villa werd gedaan door slaven.
Veel villa's hadden uitgebreide badruimten met vloerverwarming.
Er waren appartementen voor de villicus (de toezichthouder) en de actor (de boekhouder) en ook slaapvertrekken voor de slaven.
Een villa rustica bestond vaak uit verschillende gebouwen, zoals het woonhuis, de stallen en de voorraadschuren.
Villa Rustica

Slide 13 - Slide

Bekijk het volgende filmpje.
De
Bekijk het filmpje op de volgende dia.
Deze gaat over de proletariërs.  

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Gevolg 2
  • De legeraanvoeders mochten de buit die zij tijdens de veroveringen verkegen zelf houden.
  • In de nieuwe gebieden moesten de mensen belasting gaan betalen. De Romeinse belastingophalers hielden vaak een deel van deze belasting voor zichzelf.

GEVOLG
Het aantal rijke mensen groeide. 

Succesvolle Romeinse legeraanvoerders kregen in Rome een triomftocht. Het leger mocht in een optocht door de stad en de bewoners juichten voor de soldaten. 

Slide 16 - Slide

Bekijk het volgende filmpje.
De
Bekijk het filmpje op de volgende dia.
Deze gaat over de triomftochten. 

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Video

Gevolg 3
  • Krijgsgevangenen en bewoners van de veroverde gebieden werden door de Romeinen soms als slaaf meegenomen. 
  • Veel slaven werkten op hele grote boerderijen.

GEVOLG
Het aantal slaven groeide.

Slide 19 - Slide

Veroveringen
Rome is van een stad uitgegroeid tot een imperium. Een imperium is een rijk dat bestaat uit een oorspronkelijke staat en een verzameling onderworpen staten.

Al die veroveringen hadden natuurlijk gevolgen voor het Romeinse rijk. Over een aantal van deze gevolgen gaat de les. 
Op deze afbeelding zie je een kaart van het Romeinse Rijk. Alle gebieden die rood gekleurd zijn, hebben tot het Romeinse Rijk behoord. Als je goed kijkt zie je dat alleen het zuiden van Nederland gekleurd is. Het noorden van Nederland is nooit Romeins geweest. 

Slide 20 - Slide

Gevolgen:
gelaagdheid bevolking
  • Er ontstaat een nieuwe bevolkingslaag: proletarïers
  • Het aantal rijke mensen groeit
  • Het aantal slaven neemt toe. 

Slide 21 - Slide

Huiswerk



Maken:
Hoofdstuk 5
Opdracht 4



Woensdag 20 april - 2e uur
- Leerboek blz. 88
- Werkboek blz. 49


Slide 22 - Slide