3. Soorten uitgaven

3. Soorten uitgaven
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EconomieMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 3

This lesson contains 12 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

3. Soorten uitgaven

Slide 1 - Slide

Planning
  1. Leerdoelen
  2. Herhaling + soorten uitgaven

Slide 2 - Slide

Leerdoelen
Ik kan verschillende soorten uitgaven benoemen.
Ik kan het verschil aangeven tussen huishoudelijke uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven.
Ik kan voorbeelden geven van huishoudelijke uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven.
Ik kan verschillende soorten uitgaven berekenen.

Slide 3 - Slide

1

Slide 4 - Video

Soorten uitgaven
Uitleg
Dagelijks 

vast moment, vast bedrag 

Grote bedragen
Soorten Uitgaven:
1. Dagelijkse uitgaven

2. Vaste lasten

3. Incidentele uitgaven

Slide 5 - Slide

02:21
Bij welke inkomsten hoort een uitkering?
A
Inkomsten uit arbeid
B
Inkomsten uit bezit
C
Overdrachtsinkomsten

Slide 6 - Quiz

Vaste Lasten
Huishoudelijke Uitgaven
Incidentele Uitgaven

Slide 7 - Drag question

Slide 8 - Slide

Een netflix-abonnement
kost per maand € 13,99.
Hoeveel is dat per week?
A
€ 3,23
B
€ 3,50
C
€ 167,88

Slide 9 - Quiz

Aan de slag
Opdracht 1, 2 (blz. 88)

Klaar?
Ga naar: versterk jezelf -> budgetteren -> budgetplan -> soorten uitgaven

Slide 10 - Slide

Leerdoelen
Ik kan verschillende soorten uitgaven benoemen.
Ik kan het verschil aangeven tussen huishoudelijke uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven.
Ik kan voorbeelden geven van huishoudelijke uitgaven, vaste lasten en incidentele uitgaven.
Ik kan verschillende soorten uitgaven berekenen.

Slide 11 - Slide

Pim krijgt elke week € 2,50 van zijn ouders om een broodje te kopen. Hoeveel is dat per maand?
Schrijf je berekening op.

Slide 12 - Open question