Chapter 3 - Adverbs of frequency

• Engels
• Middelbare school
• vmbo t
• Leerjaar 3

Waar staat het bijwoord van "hoe vaak" in de zinnen? 

Ofwel vóór of ná welk soort woord?

Plaats van bijwoord van frequentie

3 mogelijkheden: 

1. Ná een vorm van to be (am - are - is - was - were)

• She is never home

2. Vóór een ander werkwoord

• She always walks to school.

3. Als er meerdere werkwoorden in de zin staan, komt het bijwoord van frequentie ná het eerste werkwoord. 

Plaats van een bijwoord van frequentie

Vóór het hoofdwerkwoord of ná to be.

Zijn er twee of meer werkwoorden?

Dan ná het eerste werkwoord

Plaats de bijwoord van frequentie op de juiste plek in de zin

1. We go to that restaurant. (rarely)
2. I would say that! (never)
3. Carla goes to that shop. (often)
4. She is shouting at her dog. (always)
5. They are very good at painting. (usually)
6. We work out together. (often)
7. I go to the sauna. (regularly)

 Answers Key:

1. We rarely go to that restaurant. 
2. I would never say that! 
3. Carla often goes to that shop. 
4. She is always shouting at her dog. 
5. They are usually very good at painting. 
6. We often work out together. 
7. I regularly go to the sauna. 

drinks-she-beer-always
zet in de juiste volgorde!

1. she drinks always beer
2. always drinks she beer
3. beer drinks she always
4. She always drinks beer

are-at home-never-they

1. they never at home are
2. they never are at home
3. at home they never are
4. they are never at home

Zet ALWAYS op de goede plek!
We eat chips.

zet in de juiste volgorde!
eat-We -goldfish-never.

a letter-never-She-writes.

We-usually-are-at school

on holiday-will-We-always-go.

I understand where to put an adverb of frequency in a sentence.

😒🙁😐🙂😃