2023-21sept-les4-2h-1h-goed

• Frans
• Middelbare school
• havo
• Leerjaar 1

Jeudi 21 septembre 2023

Bonjour et 

Bienvenue!

Startklaar!

- Hang je jas aan de kapstok.

- Ga rustig op je vaste je plek zitten.

- Pak je boek en je pen 

- Doe je tas op de grond.

- Als de timer is afgelopen, stop met praten. De les begint.

Welke spullen heb je nodig voor deze les?

- Grandes Lignes 1 VMBO-GT/HAVO:  Cahier d'activités A

- un cahier 

- un stylo bleu

- un stylo vert

On fait l'appel!

présent

présente

Lesprogramma          

• Les devoirs (overhoring)
• Chapitre 1: A Écouter
• Lesevaluatie
• Les devoirs
• Le programme du prochain cours
• Tijd over: voc. A en getallen (Quiz)

Lesdoelen 

Aan het einde van deze les:

- kun je een gesprek over vakantie begrijpen m.b.v. plaatjes;

- ken je woorden die te maken hebben met vakantie en  kennismaking

Prends ton cahier et ton stylo

Les devoirs (hw overhoring)

Wat?	voc. A en B
Waar?	in je schrift. de opdrachten staan op het bord
Hoe? Hoe lang	indiv. 5 min. daarna check antwoorden in tweetallen.
Eerder klaar?	Maak ex. 4 + 5 (p. 22)
Hulpmiddelen	voc. A en B, (wb, p. 52)

Les devoirs (overhorijg)

Grandes Lignes On y va!

Prends ton livre à la page 22

A Écouter

Leerdoel:

- Je kunt een gesprek over vakantie begrijpen m.b.v. plaatjes.

- je kent woorden die te maken hebben met kennismaking en vakantie

Chapitre 1: A Écouter- planning

Wat	exercice 4, 5 (wb, p. 22, 23)
Hoe en hoe lang?	eerst indv. 5min, daarna check de antwoorden in duo's 3 min
Hulpmiddelen	Arrêt wb, p. 52, 53
Eerder klaar?	maak exercice 6, 7, lees 8a (wb, p.28.
Eidereen klaar?	opdrachten nakijken 5 min

Chapitre 1: A Écouter- planning deel 2

Wat	Écouter: exercice 5 c+d (wb, p. 24)
Hoe en hoe lang?	eerst indv. 3 min. Klas. nakijken 2 min
Hulpmiddelen	Digibord
Klaar?	maak exercice 6, 7, 8 (wb, 24, 25)
Eerder klaar?	Lees les phrases-clés (wb, p. 30)
Eidereen klaar?	opdrachten nakijken 5 min

Lesevaluatie

Pak je laptop en log in in LessonUp

Wat hebben jullie vandaag geleerd?

Wij gaan het checken d.m.v. quizvragen

Vertaal in het F: hoe heet je?

1. Je m'appelle......
2. j'habite........
3. Je suis.........
4. comment tu t'appelle?

Comment tu t'appelles?

Tu es français?

Tu habites où?

C'est une ville ou un village?

Comment s'appelle le collège?

Quel est ton hobby?

J'habite à Rosmalen.

J'aime le foot.

C'est un village.

Je m'appelle Annah.

Non, je suis néerlandais.

Le collège s'appelle Rodenborch.

Vertaal in het NL: ça va?

1. hoe gaat het?
2. het gaat goed
3. het gaat redelijk
4. ik ben moe

Schrijf alle Franse woorden die je vandaag geleerd hebt

Écris (schrijf) le bon mot 

1.  ....................                                       4. ................................

2. ....................                                        5. ..............................

3. .....................                                       6. ..............................

Hoe was je werkhouding in deze les?

Antwoord de vragen en beargumenteer je antwoorden (klas)

Was je inzet voldoende?

- meegedaan in de les;

- opdrachten gemaakt en verbetert;

- goed samenwerkt met je buurman/buurvrouw;

- de juiste spullen meegenomen.

Je mening telt

Was mijn uitleg duidelijk?

Was duidelijk voor jou wat en hoe je moet de opdrachten moest doen?

Was de les leuk/ saai? 

Heb je suggesties voor mij voor de volgende les? 

Les devoirs

1. Herhaal voc. A en B (wb, p. 52). 

2. 2. leer voc. E (wb, p. 53)

3. maak exercice 11a (wb, p. 28)

Gebruik SLIM STAMPEN ONLINE VOOR HET LEREN VAN VOCABULAIRE.

In de volgende les

B Lire

Tijd over quizlet