Je gaat straks kijken naar een college van voormalig politicus Wouter Bos over speeches.
Neem eerst de vragen door. Kijk en luister dan naar het fragment. Maak aantekeningen tijdens het kijken.
Maak daarna de vragen op slide 22 t/m 28
1.a.Op welke manier leidt presentator Matthijs van Nieuwkerk het college in?
b.Vind je dit een goede inleiding? Leg uit waarom wel of niet.
2.Welk(e) spreekdoel(en) heeft Wouter Bos?
3.Voor welk soort publiek is het bedoeld?
4.Op welke drie manieren kun je volgens Aristoteles je publiek overtuigen?
5.a.Wouter Bos noemt een aantal gereedschappen om een goede speech neer te zetten. Noem er vier.
b.Onder welke pijler van een goed betoog vallen deze gereedschappen?
6.Formuleer de hoofdgedachte van het college.
7.a.Wat vind je het sterkste gereedschap dat Wouter Bos noemt?
b.Wat vind je het minst sterk?
8.a. Bevat het college van Wouter Bos voor jou nieuwe informatie? Zo ja, welke? Zo nee, waarom niet?
b.Zou je een ander aanraden het college te bekijken? Licht toe waarom wel of niet.