5. Stroom meten

5. Stroom meten
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

This lesson contains 30 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

5. Stroom meten

Slide 1 - Slide

Spanning- herhaling
1
2
3

Slide 2 - Slide

Voltmeter - herhaling
1
2

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Stroomsterkte
1
2
3
4
5

Slide 5 - Slide

Elektriciteit
1
2
3

Slide 6 - Slide

Elektriciteit
1
2
3

Slide 7 - Slide

Opdracht stroomsterkte

Slide 8 - Slide

Uitwerking opdracht

Slide 9 - Slide

Ampèremeter
1
2

Slide 10 - Slide

Opdracht 
1

Slide 11 - Slide

Uitwerking opdracht 
1

Slide 12 - Slide

Huisinstallatie
1
2

Slide 14 - Slide

Meterkast

Slide 15 - Slide

Overbelasting
1
2

Slide 16 - Slide

Kortsluiting
1
2

Slide 18 - Slide

Zekering/smeltveiligheid
1
2
3

Slide 19 - Slide

Gemengde schakeling - schema
1

Slide 21 - Slide

Gemengde schakeling - schema
1

Slide 22 - Slide

Slide 23 - Slide

Video en vragen elektriciteit
1

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Antwoorden video elektriciteit

Slide 26 - Slide

a. Heb je alles van deze les begrepen?
b. Zijn er onderdelen van deze les die je nog niet zo
goed begrijpt of waar je meer uitleg voor nodig hebt?
c. Heb je nog tips of suggesties voor deze les?

Slide 27 - Open question

Tekst- en werkboek
Tekstboek elektriciteit: 
doorlezen/bestuderen: 4. Stroom meten

Werkboek elektriciteit: 
maken + nakijken: 4. Stroom meten  opdracht 31 t/m 42 

Slide 28 - Slide

Opgaven
Opgave 1
Op een fietslampje staat: 0,60 A.
a. Wat wordt daarmee bedoeld?

Twee van deze lampjes bevinden
zich in het schakelschema 
hiernaast.
b. Neem het schema over en teken
er een ampèremeter in die de stroom door lampje 2 meet.

De ampèremeter heeft drie meetbereiken: 50 mA, 500 mA en 5 A.
c. Welk meetbereik is het meest geschikt voor de meting die bij b. bedoeld wordt?

Opgave 2
Teveel stroom kan brand veroorzaken.
a. Noem twee oorzaken van een te hoge stroomsterkte.
b. Noem drie maatregelen die een te hoge stroomsterkte moeten voorkomen.

Opgave 3
In elk huis kom je een elektrische installatie met meerdere ‘groepen’ tegen. Hierdoor voorkomt men:
a. kortsluiting
b. overbelasting
c. beiden
d. geen van beiden
Kies a, b, c of d.

Slide 29 - Slide

Opgaven
Opgave 4
Nadat de elektriciteitsleiding het huis binnenkomt, wordt deze leiding snel in groepen gesplitst.
a. Geef twee redenen waarom de elektrische huisinstallatie in groepen is verdeeld.

Hieronder is één groep getekend: van de keuken. Deze groep is beveiligd met een zekering van 16 A.
Er zijn tevens zes ampèremeters getekend die stroomsterktes aangeven.
b. Leg uit of de zekering doorsmelt.

Opgave 5
In haar keuken heeft Donna ‘s avonds drie apparaten aanstaan: een wasmachine, een magnetron en een
koffiezetapparaat.
Op het moment dat ze het licht in de keuken aandoet, valt de elektriciteit uit.
a. Wat is waarschijnlijk de oorzaak van het uitvallen van de elektriciteit?

In Donna’s woonkamer branden de lampen gelukkig gewoon door en blijft de radio spelen.
b. Hoe kan het dat de elektriciteit daar niet uitgevallen is?

Donna ziet in de meterkast dat een van de zekeringen gesmolten is. Als ze hem door een nieuwe
vervangt, slaat die meteen weer door.
c. Wat had ze eerst moeten doen?

Slide 30 - Slide