Voorbereiding voor de SO

4.4 Rekenen aan reacties - basis
 Rekenen aan reacties (begin)





1 / 31
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

4.4 Rekenen aan reacties - basis
 Rekenen aan reacties (begin)





Slide 1 - Slide

  • Wetenschappelijke notatie (1 en 2)
  • Eenheden omrekenen (3,7)
  • Significante cijfers en daar aan rekenen (4 en 5)
  • Alles samenvoegen (6)
Waar gaat de SO 
over?

Slide 2 - Slide

Planning
  • Nakijken 6 en 7
  • Check over de stof
  •  Atoomassa en molecuulmassa
  • Leren + maak 8 en 9

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Opdracht 7
Met welke heb je nog moeite? 

Slide 8 - Slide

Check over de stof
Vanaf de volgende slide vragen over de stof. Lukt het makkelijk, dan ben je er wel klaar voor. Echter blijf letten op de details!
Kom anders naar bijles toe -> 
vrijdag het 1ste uur. 

Slide 9 - Slide

Schrijf het getal in de wetenschappelijk notatie. Rond af op één decimaal.


  264 357 = 
Deze zijn over :
x 108
x 107
x 106
x 105
3,0
2,7
2,6
2,5

Slide 10 - Drag question

Schrijf het getal in de wetenschappelijk notatie. Rond af op één decimaal.


  0, 000 123 = 
Deze zijn over :
x 10-6
x 10-5
x 10-4
x 10-3
12,3
1,2
1,23
0,12

Slide 11 - Drag question

45,5 meter =
A
4550 cm
B
455000 cm
C
4.55 cm
D
45.5 cm

Slide 12 - Quiz


94 mL =
A
940 cm3
B
94 cm3
C
0,094 cm3
D
94000 cm3

Slide 13 - Quiz

4 dam=
A
0,04 km
B
0,4 km
C
400 km
D
40 km

Slide 14 - Quiz

1,275 km
10,0 mL
0,008 A
34,56 mg
4 significante cijfers.
1 significante cijfers
3 siginificante cijfers
4 significante cijfers. 

Slide 15 - Drag question

1,275 km
10,0 mL
0,008 A
34,56 mg
4 significante cijfers.
1 significante cijfers
3 siginificante cijfers
4 significante cijfers. 

Slide 16 - Drag question

1,275 km
10,0 mL
0,008 A
34,56 mg
4 significante cijfers.
1 significante cijfers
3 siginificante cijfers
4 significante cijfers. 

Slide 17 - Drag question

Reken uit let op de juiste afronding:
7,85 - 0,074 =
A
7,776
B
7,78
C
7,8
D
8

Slide 18 - Quiz

Reken uit:
54 x 63 =
A
32,04
B
34,2102
C
3402
D
3,4103

Slide 19 - Quiz

Reken de opgave uit en schrijf het antwoord op in het juiste aantal significante cijfers:
1503,49 · 0,164

Slide 20 - Open question


Reken uit:
2,563 dam + 3,2 x 104 cm =

Slide 21 - Open question


Reken uit:
2,41 km x 10352199 mm = 

Slide 22 - Open question

12 nm =
A
1,2·10⁻⁷ m
B
1,2·10⁻⁸ m
C
1,2·10⁻⁹ m
D
1,2·10⁻¹⁰ m

Slide 23 - Quiz

8,7 GB = ......... kB
A
8 700
B
8 700 000 000
C
8 700 000
D
870 000

Slide 24 - Quiz

Vooruitblik

Slide 25 - Slide

Atoommassa en molecuulmassa

Slide 26 - Slide

Atoommassa's 
Atoommassa's  van ieder atoom kun je aflezen in 
het Periodiek systeem.




Zo is de massa van element P = 30,974 u. 

Slide 27 - Slide

Atoommassa
De massa van een waterstofatoom is 1,67x10-27 kg

Niet zo handig...
Daarom is de atomaire massa-eenheid bedacht, dat is de u. 
1 u = 1,66x10^-27 kg.

Slide 28 - Slide

Molecuulmassa's 
Hier tel je de atoommassa's bij elkaar op van alle atomen in één molecuul .

Voorbeelden: 
De molecuulmassa van NaCl = 1 x 22,990 + 1 x 35,45 = 58,44 u
De molecuulmassa van Al2O3 = 26,98 x 2 + 3 x 16,00 = 101,96 u


Slide 29 - Slide

O (zuurstof)
O2
H2O
AgCl
C6H12O6
32,00
18,00 u
16,00 u
143,32 u
180,16 u
18,016 u

Slide 30 - Drag question

Aan de slag

Leer voor de SO en maak opdracht 8 (en 9?). 


Slide 31 - Slide