Uitleg examen CE Rekenen 2F
1 / 20
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Makkelijk
Slide 3 - Mind map
Moeilijk/lastig
Slide 4 - Mind map
Slide 5 - Slide
Afronden
Als ik een getal wil afronden op 2 decimalen kijk ik naar:
Als ik een getal wil afronden op 2 decimalen kijk ik naar:
A
de tweede decimaal
B
de derde decimaal
C
de tweede en derde decimaal
D
de derde en vierde decimaal
Slide 6 - Quiz
Afronden
€ 4,5799 wordt
€ 4,5799 wordt
A
€ 4,57
B
€ 4,59
C
€ 4,56
D
€ 4,58
Slide 7 - Quiz
Van breuk naar procent
1/5 is ...
Schrijf het procent
1/5 is ...
Schrijf het procent
A
25%
B
15%
C
20%
D
10%
Slide 8 - Quiz
Driekwart in procenten=.....
A
0,75
B
3/4
C
75/100
D
75%
Slide 9 - Quiz
Hoe lang duurt een wandeling van 1,8 km ongeveer?
A
30 minuten
B
15 minuten
C
20 minuten
D
40 minuten
Slide 10 - Quiz
De oppervlakte van een muur meet je in:
A
liter
B
vierkante meter
C
kubieke meter
D
centimeter
Slide 11 - Quiz
oppervlakte is .....
A
4 m²
B
8 m²
C
1 6 m²
D
16 vierkante meter
Slide 12 - Quiz
Breuken bestaan uit...
A
Boven en onder
B
Teller en noemer
C
Naam en achternaam
D
Vier cijfers
Slide 13 - Quiz
welke breuk is dit?
A
1/8
B
3/8
C
4/8
D
6/8
Slide 14 - Quiz
Wat is in deze breuk de noemer?
A
3
B
2
C
5
D
6
Slide 15 - Quiz
De eenheid van inhoud is ............
A
vierkante meter (m²)
B
kubieke meter (m³)
C
meter (m)
D
geen van allen
Slide 16 - Quiz
Wat is het tegenovergestelde van kwadrateren?
A
optellen
B
worteltrekken
C
delen
D
vermenigvuldigen
Slide 17 - Quiz
Wat is de eerste stap?
2X√81−24:√36
A
worteltrekken
B
delen
C
aftrekken
D
vermenigvuldigen
Slide 18 - Quiz
Je treinreis duurt 1 uur en 10 minuten.
Om 15:00 uur moet je op Schiphol zijn. Hoe laat pak je uiterlijk de trein?
Om 15:00 uur moet je op Schiphol zijn. Hoe laat pak je uiterlijk de trein?
A
14:50 uur
B
13:50 uur
C
14:10 uur
D
13:10
