This lesson contains 33 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Documentenstroom in het verkoopproces
Slide 1 - Slide
De documentenstroom in een onderneming
Slide 2 - Slide
wat moet er op een verkoopfactuur
Slide 3 - Mind map
Wat is een verkoopfactuur?
A
Een verkoopfactuur krijgt een onderneming toegestuurd van de leverancier. Het heeft betrekking op een voorgaande factuur.
B
Een verkoopfactuur maakt de onderneming op voor zijn klanten. Het heeft betrekking op een voorgaande factuur. De leverancier heeft een betalingsverplichting ten opzichte van de klant.
C
Een verkoopfactuur is een uitnodiging die je verstuurt wanneer je een product of dienst verkoopt/levert aan een andere onderneming met als doel deze te laten betalen.
Slide 4 - Quiz
=
-
WAT IS WINST?
WINST
OMZET
KOSTEN
Slide 5 - Drag question
Wie stelt deze documenten op? Sleep de documenten naar de juiste persoon.
Koper
Verkoper
Prijsaanvraag
Offerte
Bestelbon
Orderbevestiging
Leveringsbon
Factuur
Slide 6 - Drag question
Sleep op de volgende dia de betekenis bij het juiste document!
Slide 7 - Slide
prijsaanvraag
offerte/prijsopgave
bestelbon
orderbevestiging
leveringsbon
factuur
plaatsen van een bestelling
meedelen van verkoopsvoorwaarden
informeren naar verkoopsvoorwaarden
bevestiging van bestelling
uitnodiging tot betaling
bevestiging van bestelling
Slide 8 - Drag question
In een prijs vraagt men verkoopsvoorwaarden en prijs. Wat zijn verkoopsvoorwaarden? Geef er 3.
Slide 9 - Open question
Een offerte is uitgebreider dan een prijsopgave. De klant krijgt niet alleen de gevraagde prijs, maar ook meer details over het product, een eventuele korting, de leverings- en betalingsvoorwaarden
A
waar
B
niet waar
Slide 10 - Quiz
Algemene voorwaarden
Bijzondere voorwaarden
De afspraken tussen de koper en de verkoper die specifiek van toepassing zijn op hun koopovereenkomst. Die voorwaarden kunnen dus verschillen van aankoop tot aankoop.
De spelregels tussen de koper en de verkoper. Die voorwaarden gelden voor iedereen. Deze voorwaarden staan op de handelsdocumenten. Dit zijn de rechten en plichten die gelden tussen koper en verkoper.
Slide 11 - Drag question
Soms vraagt de leverancier om een orderbevestiging goed te keuren. Waarom is dat?
Slide 12 - Open question
Welk document wordt niet opgesteld door de verkoper?
A
een bestelbon
B
een prijsopgave
C
een offerte
D
een prijsaanvraag
Slide 13 - Quiz
Goede klanten moeten pas na de levering betalen. Dit document krijgen ze dan na de levering toegezonden.
A
Offerte
B
Leveringsbon
C
Factuur
D
Orderbevestiging
Slide 14 - Quiz
De btw is NIET inbegrepen, dit is dan ...
A
inclusief btw
B
exclusief btw
C
handelskorting
D
af magazijn
Slide 15 - Quiz
Hoe lang moet een verkoopfactuur bewaard blijven van de fiscus?
A
1 jaar
B
5 jaar
C
7 jaar
D
10 jaar
Slide 16 - Quiz
Wanneer moet de verkoper uiterlijk de verkoopfactuur opmaken?
A
Op de dag van de levering van de goederen.
B
14 dagen na levering van de goederen.
C
30 dagen na levering van de goederen
D
de 15e van de maand na levering van de goederen
Slide 17 - Quiz
Welke informatie moet op de factuur vermeld worden?
A
Kleur van het geleverde product
B
Datum van de levering
C
Bankrekeningnummer van de klant
D
Aantal werknemers bij de leverancier
Slide 18 - Quiz
Wat is een verplicht element op de factuur?
A
Logo van het bedrijf
B
Telefoonnummer van de leverancier
C
Klantnummer van de afnemer
D
BTW-nummer van de leverancier
Slide 19 - Quiz
Welke gevolgen heeft dit voor een verkoper als er een aantal verplichte vermeldingen niet op de factuur staan?
Slide 20 - Open question
Wat betekent algemene voorwaarden op een factuur?
A
Rechten en plichten tussen koper en verkoper in verband met de betaling
B
Rechten en plichten tussen koper en verkoper, voorwaarden gelden voor iedereen
C
Afspraken tussen koper en verkoper specifiek voor deze overeenkomst
D
Voorwaarden wanneer je zal leveren en/of je kosten aanrekent
Slide 21 - Quiz
Wat betekent bijzondere voorwaarden?
A
Rechten en plichten tussen koper en verkoper in verband met de betaling
B
Rechten en plichten tussen koper en verkoper, voorwaarden gelden voor iedereen
C
Afspraken tussen koper en verkoper die specifiek voor deze verkoopsovereenkomst gelden.
Slide 22 - Quiz
Wat betekent de leveringsvoorwaarde FRANCO THUIS?
A
Risico en kosten van transport zijn ten laste van de koper
B
Risico en kosten van transport zijn ten laste van de verkoper
C
Er zijn geen risico's en kosten voor het transport.
Slide 23 - Quiz
Wat betekent de leveringsvoorwaarde AF fabriek?
A
Risico en kosten van transport zijn ten laste van de koper
B
Risico en kosten van transport zijn ten laste van de verkoper
C
Er zijn geen risico's en kosten voor het transport.
Slide 24 - Quiz
Welke betalingsvoorwaarde vind je terug in je klantenbestand van AS adventure.edu? zie voor klant: FIETS!
A
30 dagen na factuurdatum
B
10 dagen na factuurdatum
C
60 dagen na factuurdatum
Slide 25 - Quiz
AS adventure is verplicht om voor elke verkoop een factuur op te stellen.
A
waar
B
niet waar
Slide 26 - Quiz
Waarom is een factuur opstellen niet steeds verplicht?
Slide 27 - Open question
Hoe heet de korting die als doel heeft om meer te verkopen?
Slide 28 - Open question
Geef een ander woord voor een commerciële korting.
Slide 29 - Open question
Deze korting heeft als doel om snellere betaling te verkrijgen.
A
handelskorting
B
financiële korting
C
commerciële korting
D
korting voor betaling op termijn
Slide 30 - Quiz
Bij welke betalingsvoorwaarde kan er een financiële korting van toepassing zijn?
A
betaling in contanten
B
betaling op termijn
Slide 31 - Quiz
Welk document maakt de verkoper op als er een fout geslopen is in de factuur?