Chapitre 2 les 5

• Frans
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 3

Plan du cours

Lundi le 9 Novembre

Les devoirs d'aujourd'hui

Réviser la grammaire

Regarder

Au travail!!

Les devoirs pour mercredi

Prenez vos livres

Pak je boeken! p 68 WB

But: Je kan in de zin:

Je donne un cadeau à Jeanne het COI vervangen!

ex 27 a,b,e et 29 a p 69-70

 

Le COI meewerkend vnw

•  à qui/ pour qui?
• toujours une personne
• on peut remplacer le COI par me/te/lui/nous/vous/ leur

stappenplan LV MV als persvnw

1. vertaal de zin om de context te begrijpen
   
2. zoek het vervoegde ww  = de persoonsvorm (pv)
   
3. zoek het sujet = O (wie/wat + pv) dat bij de pv hoort
   
4. zoek het COI = MV (aan wie/wat + pv + O + LV)
   
5. vervang het MV door een persoonlijk vnw
   
6. zet het op de goede plaats (vóór pv - bij inf vóór inf)
   

Remplace le COI et note la phrase entière.
Elle aime beaucoup parler aux élèves.

Remplace le COI et note la phrase entière.
Ce matin la prof de français parle aux élèves de V3B.

Ecoutez et regardez la video

1e keer luisteren: Wat is het onderwerp?

Over wie gaat het?

Note taking: probeer zoveel mogelijk steekwoorden te noteren over wat er gezegd wordt

0

2e keer luisteren

Hoe komt het meisje aan geld en wat doet zij er mee?

Hoe komt de jongen aan geld en wat doet hij er mee?

Qu'est-ce que tu viens d'acheter?

1. un patron
2. un rêve
3. un magazine
4. cher

Combinez les contraires

détester

trouver

faire des économies

retirer de l'argent

verser de l'argent

dépenser

être passionné de

chercher

kosten

jij verdient

opnemen/

pinnen

jij betaalt

uitgeven

jij ontvangt

coûter

tu payes

tu reçois

dépenser

retirer

tu gagnes

Bloc G: venir/devenir/revenir

venir=komen

devenir =worden

revenir = terugkomen

But: Je donne un cadeau à Jeanne

CADEAU ONTVANGEN

Au travail

Faire ex 27 a,b.e 

et ex 29 a  p 68-70

Venir: p 27 TB

faire ex 26 d,e,f, g p 67 WB