Les 2 Thema 2 Taak B Starttaal instap B blz 116-127
Starttaal Instap
Nederlands
Les 1 Thema 2 Taak B
Ik heb een vraag.
1 / 23
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsLeerjaar 1
This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 60 min
Items in this lesson
Starttaal Instap
Nederlands
Les 1 Thema 2 Taak B
Ik heb een vraag.
Slide 1 - Slide
Doel van vandaag
Je leert over gespreksregels
Je leert verschillende soorten vragen te stellen
Je leert wat een controle vraag is.
Je leert wat een vervolgvraag is.
Slide 2 - Slide
Ik heb een vraag.
Als je op stage of werk iets niet weet of begrijpt, kun je hier- over een vraag stellen aan je begeleider, leidinggevende of collega. Zij kunnen jou dan helpen door iets uit te leggen of door iets voor te doen.
Slide 3 - Slide
Opdracht 1, blz 116
We gaan straks kijken en luisteren naar fragmenten waarin een stagiair een vraag moet stellen. Voordat we dat gaan doen beantwoorden jullie de vragen bij opdracht 1A. (116-117)
Klaar?
We bespreken het samen.
Slide 4 - Slide
Luisteropdracht Koffiemachine 1.
-leg je potlood op tafel
-luister naar het fragment
-luister nog een keer naar het fragment.
-we gaan samen de vragen op blz 117 beantwoorden.
Slide 5 - Slide
Luisteropdracht Koffiemachine 2 (blz 118)
-leg je potlood op tafel
-luister naar het fragment
-luister nog een keer naar het fragment.
-we gaan samen vraag d op blz 118 beantwoorden.
Slide 6 - Slide
Luisteropdracht Koffiemachine 3.(118)
-leg je potlood op tafel
-luister naar het fragment
-luister nog een keer naar het fragment.
-we gaan samen vraag e op blz 118 beantwoorden.
Slide 7 - Slide
UITLEG
Als je een vraag gaat stellen op werk of stage, bedenk dan eerst:
wat je precies wilt weten
wie jouw vraag het beste kan beantwoorden
welke vraag je dan het beste kan stellen
Stel hierna op een nette en beleefde manier de vraag die je hebt bedacht en luister goed naar het antwoord dat je krijgt.
Slide 8 - Slide
Voorbeeld
Kijk naar het voorbeeld op
blz 119
Slide 9 - Slide
Bekijk en lees de strip op blz 119. Wat wil de jongen weten? Schrijf het antwoord van jouw keuze op bij vraag 1 onderaan blz 119
A
De jongen wil weten hoe de meneer heet die bij de receptie staat.
B
De jongen wil weten wat hij moet zeggen als hij de telefoon opneemt.
Slide 10 - Quiz
Aan wie kan de jongen de vraag het beste stellen? Kruis het antwoord van jouw keuze aan bij 2, blz 120.
A
aan de bezoeker aan de balie
B
aan een klasgenoot
C
aan zijn stagebegeleider
Slide 11 - Quiz
Welke vraag kan de jongen het beste stellen? Kruis het antwoord van jouw keuze aan bij 3, blz 120.
A
Meneer, mag ik wat anders doen dan de telefoon opnemen?
B
Meneer, wat moet ik ook alweer zeggen bij het opnemen?
C
Meneer, wil jij de telefoon anders opnemen?
Slide 12 - Quiz
Zelf lezen
Leg je pen/potlood op tafel.
Lees wat je moet doen bij opdracht b (de strip op blz 120)
timer
2:00
Slide 13 - Slide
Samen maken; opdracht b
Maak samen met je groepsgenoot de vragen bij de strip op
blz. 120. Zorg dat jullie het er samen over eens zijn wat je gaat invullen.
timer
2:00
Slide 14 - Slide
Gespreksregels.
Slide 15 - Slide
Gespreksregels.
Slide 16 - Slide
Opdracht 3
We lezen SAMEN de tekst die staat bij opdracht 3, blz 121.
-leg nu je potlood op tafel
-we luisteren met de hele klas naar het fragment
-we luisteren nog een keer naar het fragment.
-je maakt samen opdracht c op blz 122 .
KLAAR? LEG JE POTLOOD OP TAFEL.
Slide 17 - Slide
Opdracht 3 d
-leg nu je potlood op tafel
-we luisteren met de hele klas naar het fragment
Aandacht vragen 2.
-we luisteren nog een keer naar het fragment.
-je maakt samen opdracht d op blz 122 .
KLAAR? LEG JE POTLOOD OP TAFEL.
Slide 18 - Slide
Controlevraag of vervolgvraag
Als je niet zeker weet of je het antwoord op een vraag goed hebt begrepen, kun je een controlevraag stellen. Je herhaalt dan in eigen woorden het antwoord dat je hebt gekregen en je vraagt of dit klopt. De ander kan dan zeggen of je zijn antwoord goed hebt begrepen.
Slide 19 - Slide
Controlevraag
Slide 20 - Slide
Vervolgvraag
Als je een antwoord niet hebt begrepen of juist meer over het antwoord wilt weten, kun je een vervolgvraag stellen.
Weet je nog?
Een vervolgvraag is een nieuwe vraag waarmee je om meer informatie vraagt. Een vervolgvraag begint meestal met een vraagwoord zoals wie, wat, waar, wanneer, waarom en hoe.
Slide 21 - Slide
Vervolgvraag
Als je een contract onder- tekent, beloof je daarmee dat jij je aan de plichten in het contract houdt.
Als de werkgever het contract ondertekent, belooft hij dat je krijgt waar je recht op hebt.
Slide 22 - Slide
Opdracht 4
Maak samen met je groepsgenoot opdracht 4 (blz 124-125).
Als je klaar bent ga je verder met Score begrijpend lezen.